Koningin Shub-Ad 0008 LOUMOUR,K of het geheim van de onderaardse grafkamer J NIEUWS 32 Het gouden ezeltje Kennen jullie koningin Shub-ad? Nooit van haar ge hoord? Dan zal ik haar eens even aan jullie voorstellen. Koningin Shub-ad leefde ruim 4500 jaar geleden. Ze woonde in Ur, een plaats aan de Eufraat, dicht bij de Perzische golf. Dertig jaar geleden wist niemand, dat er ooit een ko ningin Shub-ad geleefd had. Hoe men dat dan wel ont dekt heeft? Wel, een Engelse archeoloog, sir Leonard Woolley, is gaan graven op de plaats waar Ur vroeger lag. De hele stad was door het woestijnzand bedolven. Slechts duizenden scherven vertelden, dat deze streek vroeger bewoond was geweest. Er werd gegraven, gegraven en nog eens gegraven. Geloof maar niet, dat dit gemakkelijk ging! Wat er blootgelegd werd, was evenwel zo bijzonder, dat het volop de moeite loonde. Verbeeld je, daar kwamen overblijfselen van een stad te voorschijn die getuigden van een heel hoog peil van ontwikkeling en kunstzin. Jullie hebben allemaal wel eens gehoord, hoe knap de Egyptenaren duizenden jaren geleden waren. Nu, in de dagen van koningin Shub-ad had de cultuur in Ur die zelfde hoogte reeds bereikt! Drie dynastieën hebben over Ur geregeerd. Niemand weet vanwaar de eerste dynastie, tot welke de koningin behoorde, kwam. Niemand weet ook, waarom de derde dynastie even plotseling en spoor loos verdwenen is als de eerste gekomen was Als men ziet, wat die oude bewoners van Ur maakten, krijgt men diepe bewondering voor hen. Wat een ont wikkeling en beschaving heersten daar al 2700 jaar voor Christus. Dichtbij de hoge tempeltoren van Ur werd een grote be graafplaats ontdekt. Heel, heel diep onder de grond vond men talrijke koningsgraven. Het is door het openleggen van zo'n graf, dat men de naam van koningin Shub-ad leerde kennen en tevens te weten kwam, wat er tijdens een begrafenisplechtigheid in die dagen gebeurde. Het eerste spoor, dat Sir Woolley en zijn medewerkers vonden, was een lange gang, die naar een onderaards ge welf voerde. Hier trof men de lijken van vijf voorname hovelingen of hoge officieren aan. Zij droegen een helm en waren gehuld in een lange cape, terwijl ze een soort speer in hun hand hielden. Zij stonden bij de ingang van een groot onderaards vertrek, dat ze schijnbaar bewaak ten. Tegen de muur van dit vertrek stonden drie wagens, elk bespannen met twee stieren, terwijl de menner de leidsels vasthield en enige slaven zich in de nabijheid bevonden, gereed om een handje toe te steken. En daar, wat is dat? Een prachtige slee! Ongetwijfeld de slee, waarmee koningin Shub-ad tochtjes maakte. Kijk toch eens hoe die slee versierd is met rood, wit en blauw mozaiek; bewonder die gouden leeuwen- en stierenkop pen Voor die slee schenen ook twee stieren gespannen te worden. De leidsels gingen door twee ringen en op die ringen stond een klein gouden ezelfiguurtje. Zou dat als mascotte gediend hebben? Nu, dan was het in elk geval een heel wat mooiere mascotte dan de onooglijke dingen, die nu vaak tegen een autoraampje bengelen! Het gouden ezeltje was in één woord een volmaakt stukje kunstsmeedwerk. Verder lagen er in dat vertrek nog verschillende werk tuigen van zuiver goudOok waren er glazen en zil veren gebruiksvoorwerpen, gouden bekers, een schaak bord, een sierlijke harp, een koperen vat en ontelbare kostbaarheden. Een bijzondere vondst was de kleine zegelring met de naam van koningin Shub-ad in Su- merische lettertekens erop. Hierdoor wist men, dat men in het graf van koningin Shub-ad was. Van de konin gin was echter geen spoor te ontdekkenWel zag men middenin het vertrek een grote, lege kist staan. Bij na der onderzoek bleek, dat bierin hoogstwaarschijnlijk de kleren van de koningin gelegen hadden, want rond de kist vond men de overblijfselen van tien hofdames in feestkledij, getooid met prachtige gouden hoofdversier selen. Hadden deze dames hier post gevat om op een wenk van de koningin het één of ander schitterend ge waad uit de kist te halen? Zouden zij dan daarmee naar hun meesteres gesneld zijn om haar behulpzaam te zijn bij het kleden? Heel voorzichtig hebben de oudheidkundigen de kist ver-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1960 | | pagina 34