boekenpuzzel VERZORGD DOOR HET KINDERBLAD „KRIS KRAS'' TE AMSTERDAM P. W. GOEMANS VAN LINKS NAAR RECHTS: 1. Lees geen al te spannende boe ken vlak voor je naar bed gaat, andersje niet. 4. „Ik moet mijnHans zien te bevrijden," dacht Grietje. 7. Ten zuiden van Moskou, aan de rivier de Oka, ligt de plaats 8. Lezen is de grondslag of, met een geleerd woord gezegd, de van alle wetenschap. 9. In het dierkundeboek stonden twee afgebeeld met al hun stekels overeind. 10. Eenoogje uit het sprookje had zusjes. 13. Bert zette het boek weer net jes terug op de onderste plank van de 15. Als je leest met slecht licht bederf je je 17. Ik ken een sprookjeswezen en ik geef er meer voor dan een tientje. Rara wat is dat? 18. Een ander woord voor ver dieping (in een huis) is 19. Het korte rokje dat meisjes op balletles dragen heet een de eerste twee letters van dit woord zijn precies dezelfde als de laatste twee. 20. Als twee delen van een boek werk netjes naast elkaar staan, staat het eerste deel 21. De sprookjes van Grimm zijn al1819 bekend. VAN BOVEN NAAR BENEDEN: 1is een van de Eilanden boven de Wind. 2. Boeken zijn soms ware stofnesten; daarom moet je ze geregeld 3. Indianen overvielen in vroeger tijden dikwijls de waarmee niet alleen post, doch ook passagiers vervoerd werden. 4. Zoals alles moet je ook lezen niet overdrijven, anders word je een van het vele binnenzitten. 5. „Jullie mogen naar het bal," zei de boze stiefmoeder tegen haar dochters, „maar Assepoes zullen we maar 6. Klein Duimpje had geen voor hij het huis van zijn ouders teruggevonden had. 11. Toen moeder geit thuiskwam waren al haar zeven geitjes 12. Er waren eens twee broers, de was rijk en de andere was arm. 14. Het buitenste van een boek heet de band. 16. Iedere die Aladdin deed werd door de geest van de lamp ver hoord.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1960 | | pagina 29