wuivend riet en langs de oevers een plant met een
bladerloze stengel, driekantig, onderaan dik, boven
eindigend in een fijn scherm van bloemen. En een
visser vertelde:
„Deze plant heet papyrus. Een deel van de stengel is
eetbaar; ze is geschikt voor allerlei vlechtwerk. Ze
wordt uitgevoerd naar Egypte. Daar maakt men van
het papyrusmerg dunne bladen, die geschikt zijn om
op te schrijven. Die bladen worden aan elkaar ge
plakt en zo ontstaan enorme vellen, die worden opge
rold. Overal in Egypte schrijft men erop met inkt en
er wordt op getekend met penselen van uitgekauwde
biezen. Andere volkeren uit deze oostelijke landen
hebben de Egyptenaren nagevolgd. Ook de Grieken.
Ze noemen de papyrusplant biblos en dat wordt ook
de naam van het boek zelf."
„Biblos," riep Vera. En onmiddellijk daarna: „Bijbel,
Bibliotheek. En," vroeg ze verder, „doet de geleerde
bij u precies als de Chinees: voor elk woord een nieu
we, heel ingewikkelde figuur?"
„Zo zijn ze wel begonnen, ze noemden hun tekens niet
karakters, maar hiëroglyfen het waren in hoofdzaak
afbeeldingen van de dingen, die met de woorden wer
den bedoeld; later werden ze vereenvoudigd, toen
schreef men het hiëratische schrift en nog eenvou
diger, het demotische schrift."
Het beeld werd vaag en weer flikkerde de spiegel.
De kinderen zagen, dat de Babyloniërs en Assyriërs
schreven op tabletten van gebakken klei: de griffel
werd diep ingedrukt en er ontstonden tekens, die op
draadnagels leken zo ontstond het spijkerschrift.
Toen verscheen een beeld uit India en een uit Bali:
er werd en wordt geschreven op palmbladeren; Grie
ken en Romeinen gebruikten plankjes die met was
waren ingewreven. En uit een hele serie voorstellingen
uit de westelijke landen bleek, dat daar eeuwen lang
geschreven werd op perkament: klankenschrift en
noch karakters, noch hiëroglyfen.
Al heel vroeg, nog voor de papyrus, werden dieren
huiden als schrijfmateriaal gebruikt. In de loop der
jaren werd deze huid al fijner bewerkt en vermoedelijk
werd de algemene naam ervoor gevormd naar de stad
Pergamon, die een belangrijke rol speelde bij het ver
handelen van perkament. Een groot aantal hand
schriften van deze soort is bewaard gebleven tot nu."
Vera was nog niet tevreden.
En ze vroeg aan de spiegel: „En het papier?"
Een nieuw beeld verscheen: een papiermolen uit de
achttiende eeuw met de eigenaar, een typische Zaan-
kanter. En hij vertelde: „Papier wordt van lompen,
hout of stro en ook nog van andere stoffen gemaakt.
In Spanje verschenen de eerste papiermolens. Later
kwamen er veel in Zaandam."
Dat was het slot. En ik kan mij voorstellen, dat je de
man met zijn wonderspiegel graag zou Ieren kennen.
Wist ik zijn naam maar!
Grieken en Romeinen gebruikten plankjes die
met was waren ingewreven
uit de westelijke landen bleek dat daar eeuwen
lang geschreven werd op perkament
is een Ernstig vermaan aan diegenen,
die een boek houden wanneer ze het lenen
In Spanje verschenen de eerste papiermolens