HET SCHOOLBOEK AANGEVULD KORT GESPREK NIEUWS 28 Het is niet voor niets dat krant, radio en televisie steeds aankomen met moeilijke begrippen zoals O.E.E.S., Euratom, K.S.G., Euromarkt, Vrijhandels zone. Ons leven van alledag verandert sneller dan we denken. We weten dat „de wereld kleiner is gewor den": het is maar een wipje van het ene land naar het andere. De landen zijn zo dicht bij elkaar geko men, dat sommige staten besloten samen een groter geheel te vormen. In onze omgeving, in West-Euro pa, is dat grotere geheel de Europese Gemeenschap. Zes landen zijn in die Europese Gemeenschap aan eengesloten: Nederland, België, Luxemburg, West- Duitsland, Frankrijk en Italië. De zes landen van de Europese Gemeenschap willen het zover zien te krijgen dat de onderlinge grenzen verdwijnen, zodat mensen en goederen niet meer worden tegengehouden. Het moet mogelijk zijn een pakje naar Parijs te sturen zonder speciale formu lieren in te vullen; die mooie schoenen uit Italië te kopen zonder hoge invoerrechten te betalen. Het moet mogelijk zijn naar Luxemburg te reizen om daar een nieuwe baan te nemen, zonder dat men er wordt behandeld als „buitenlander" (die er het eerst uit vliegt als de zaken minder goed lopen De zes landen van West-Europa, die samen de Euro pese Gemeenschap vormen, willen die Gemeenschap zien te maken tot één groot geheel, één groot gebied waarin evenzo weinig belemmeringen gelden als bin nen één van de zes landen afzonderlijk. Dat alles hebben Nederland, België, Luxemburg, West-Duitsland, Frankrijk en Italië besloten. De Europese Gemeenschap komt nu tot stand. En in tal van bedrijven, overal in die Gemeenschap, is men bezig zich aan de nieuwe omstandigheden aan te pas sen. Opeens ziet men dat het vertrouwde afzetgebied het „eigen land" groter wordt: als de grens met België geen belemmering voor de handel vormt, dan is België een land waar onze goederen even ge makkelijk kunnen worden afgezet als in Nederland zelf. De „markt" is dus groter. De markt is zelfs groter dan Nederland en België tezamen. Want de Europese Gemeenschap omvat ook Luxemburg, West-Duitsland, Frankrijk en Italië! Al die landen vormen samen het nieuwe, veel grotere gebied dat nu rondom ons vrij komt te liggen voor onze pro- dukten. Wat een kansen voor onze fabrieken, wat een produktiemogelijkheden, wat een export, wat een werkgelegenheid Maar wacht even: als ons afzetgebied zoveel groter is omdat België ons eerste voorbeeld vrij toe gankelijk wordt, dan is dat grotere geheel ook iets waar de fabrieken in België van kunnen profiteren. Voor de Belgische bedrijven komt, als de handels belemmeringen er niet meer zijn, Nederland vrij als afzetgebied. En niet alleen Nederland! Ook Frank rijk, West-Duitsland, Luxemburg en Italië gaan te zamen het grotere afzetgebied vormen voor de Bel gische bedrijven die eerst gewend waren met een veel kleiner „binnenlands" afzetgebied te werken. En wat zien we dus gebeuren? Dat aan de ene kant onze produkten terecht komen op een grotere markt, maar dat op die grotere markt ook de produkten van de andere landen natuurlijk gemakkelijker te recht kunnen komen; de grenzen die bescherming boden door hoge invoerrechten op „buitenlandse" goederen, verliezen hun betekenis. En dus: afzet- kansen, ja; maar ook: grotere concurrentie. Hoe een bedrijf hierop zal reageren is al aan ver schillende voorbeelden te zien: Samenwerking met andere bedrijven, omdat men voelt met anderen ster ker te staan. Ook is het mogelijk zich op een bepaald produkt te gaan specialiseren en sommige artikelen, waarin zware concurrentie dreigt, af te stoten. Het spreekt vanzelf, dat deze veranderingen in de omgeving van Nederland van betekenis zijn voor de bevolking van onze zes landen. De regeringen ver wachten van de nieuwe, grotere markt over het alge meen een grotere welvaart. Het is de moeite waard zich te verdiepen in wat er in de Europese Gemeen schap gebeurt: voorvallen en feiten die van ingrij pend belang kunnen zijn, maar die de schrijvers van onze schoolboeken niet konden voorzien. Over het algemeen zijn het krant, radio en televisie die ons wegwijs moeten maken in deze gebeurtenissen. Zij zorgen ervoor dat het schoolboek wordt aangevuld. Een onzer oudere werknemers deed in een kort gesprek enige opmerkelijke uitspraken. Het leven, zei hij, had hem geleerd, dat het woord „arbeid" te ernstig werd en wordt opgevat. Als hij de vaak moeizame ernst ziet, waarmede velen en vooral tech nici hun - zeer zeker - moeilijke vraagstukken op lossen of trachten op te lossen, heeft hij medelijden. „Ik geloof niet, dat ze er werkelijk plezier in hebben, ondanks die ernst. Het neemt hen geheel in beslag, misschien wel dag en nacht, tot schade van lichaam en geest", zei de man. Men moet het meer als een soort van spel beschouwen dat met toewijding gespeeld moet worden. Ik heb hem gevraagd of het wel verantwoord zou

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1960 | | pagina 32