Piet eu de fUetjes
i\m»
31
NIEUWS
„Te veel," zei Piet met een diepe zucht,
„groot veel te veel werk voor arme
Piet. Ik mij zullen moeten laten helpen
dragen brengen klimmen oef!"
Piet zweeg verder, want het was te
moeilijk om aan een dergelijke zin een
eind te maken. Hij deed zijn best om
zwart te kijken, maar ook dat had hij
wel kunnen laten, want hij kon niet
zwarter. Daarna zette hij een adverten
tie in de krant:
Aankomende Pietjes gevraagd,
m.m. Moeten zich melden bij
mij.
Wekenlang wachtte Piet, maar er kwam
niemand. Hij begon zich af te vragen
of die advertentie misschien niet dui
delijk genoeg was geweest. Daarom liet
hij een nieuwe plaatsen:
Ook ditmaal leek het of niemand de
krant las, want er kwamen geen Pietjes
opdagen. Teleurgesteld wendde Piet
zich toen tot Sint Nicolaas, om te horen
wat die er van dacht. Zijn meester leg
de hem uit dat het opstellen van ad
vertenties moeilijker is dan men over
het algemeen wel denkt en hij gaf de
raad om het nog eens te proberen. Dit
keer maakte Piet de advertentie heel
uitvoerig.
Mij ben ik. M.m. betekent: met
muts.
GEVRAAGD VOOR
DAKWERK:
Halfwas Pietjes, L.n.z.z.a.i. (Be
tekent: Liefst net zo zwart als
ik). M.z.m.m.m. aan achterdeur
van het paleis van Sint Nico
laas. V.w.v.s. (Betekent: veel
werk, veel snoep). Opschieten
alsjeblieft, want er is haast bij.
Z.P(iet).
En nu had Piet wel succes. Veel meer
zelfs dan hij verwacht had. Van uit alle
windstreken kwamen de aankomende
Pietjes toestromen. Het waren voor het
merendeel kabouters. Maar er waren
ook een paar vreemde vogels bij, die
zich, net als de kabouters, helemaal
hadden zwart gemaakt. Er was trou
wens één vogel, die stokstijf volhield
dat hij altijd al zo zwart was geweest,
maar dat wilde Piet natuurlijk niet ge
loven.
„Maar in ieder geval," riep Piet ver
heugd, „zijn wij nu uit die brand ge
komen gegaan gebracht gelopen
hm gehulpt." De leerling-pietjes
lachten geen van allen. Ze zaten dan
ook erg in spanning, want er moest
nog worden uitgemaakt wie van hen
Zwarte Piet zou mogen helpen bij zijn
belangrijke taak.
Piet krabde zich op zijn zwarte hoofd
en keek nadenkend naar al die hulp
vaardige pietjes en de pietjes dachten