De invoering van de werktijdverkorting bij ons bedrijf 3 NIEUWS Het nieuwe jaar staat voor ons bedrijf in het teken van de werktijdverkorting. Met ingang van maandag, 2 januari 1961, zal de werkweek van 45 uur een feit zijn en kunnen wij ons verheugen in het genot van een vrije zaterdag. Op zichzelf beschouwd lijkt die arbeidstijdverkorting een eenvoudige zaak. De wekelijkse arbeidsduur wordt met een aantal uren verminderd, het restant wordt over 5 in plaats van 6 werkdagen verdeeld en na de vastgestelde ingangsdatum komt men op zater dag niet meer binnen. Zo simpel is het echter niet. Bij een verkorting van de werkweek van 48 tot 45 uur, zal de totale pro ductie met ongeveer 6 teruglopen als er geen bij - zondere maatregelen worden getroffen. Als het be drijfsleven dit zonder meer gaat doen, zou deze ver mindering van de productie haar terugslag hebben op de algemene welvaart. Op die manier zouden wij er niets mee opschieten en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Teneinde de huidige welvaart tenminste op hetzelfde peil te houden, is daarom voorgeschre ven, dat de ondernemingen maatregelen moeten tref fen om te voorkomen dat de werktijdverkorting pro ductieverlies tengevolge zal hebben. Om de nodige zekerheid te hebben, dat deze maatregelen door de bedrijven in de metaalindustrie inderdaad worden genomen, is bepaald, dat de werktijdverkorting niet zonder vergunning mag worden ingevoerd. Het College van Rijksbemiddelaars, dat belast is met het toezicht op de lonen en andere arbeidsvoorwaarden, heeft de Vakraad gemachtigd om deze vergunning te verlenen. Zoals bekend zijn in de Vakraad de er kende organisaties van werkgevers en werknemers vertegen woord igd Toen in de buitengewone vergadering van de Onder nemingsraad op 15 november I960 overeenstemming was bereikt over de wijze, waarop de werktijdverkor- ting bij ons bedrijf zou worden ingevoerd, heeft de Directie zich met een verzoekschrift tot de Vakraad gewend om de vereiste vergunning aan te vragen. Op zijn vergadering van 7 december jl. kon de Onder nemingsraad met voldoening ervan kennisnemen, dat de vergunning is verleend. Het is echter wel duidelijk, dat we er daarmede nog niet zijn. De productieverhogende maatregelen moe ten nu worden waargemaakt. Er moet tegen worden gewaakt, dat de goede naam, die wij als reparatie bedrijf hebben, tengevolge van de vrije zaterdag ver loren gaat. Dat is niet afhankelijk van de prestaties van enkele personen of groepen. Alleen een gezamen lijke extra inspanning van ons allemaal zal aan de werktijdverkorting een goede basis kunnen geven. Deze extra inspanning behoeft niet direct te bete kenen, dat men in een hoger tempo moet gaan wer ken, maar wel, dat er doelmatiger moet worden ge werkt en dat de werktijd beter dient te worden benut. Als iedereen op tijd begint en niet voortijdig eindigt, dan zal op deze wijze reeds een belangrijk deel van de vereiste productiviteitsstijging worden verkregen. Om dit ook practisch uitvoerbaar te maken, zal wor den voorzien in de mogelijkheid de vuilwerkkleding in de was- en kleedlokalen te verstrekken en in te leveren. Het transport van het personeel op de werf zal bij het begin en het einde van de werktijd op effi ciënte wijze plaats vinden door het inzetten van alle beschikbare opstapwagens. De bestaande algemene ochtendpauze heeft het be zwaar, dat in deze tijd de arbeid over de gehele werf wordt onderbroken, ongeacht het feit of het werk dit al dan niet toelaat. Dit is niet juist. Het afschaffen van deze pauze houdt echter niet in dat degene, die daaraan behoefte heeft, nu ook geen boterham meer mag eten. Hij zal dat echter moeten doen op een tijdstip, dat hij zijn werkzaamheden door de om standigheden niet direct kan voortzetten. Zulke mo menten doen zich geregeld voor en een extra opont houd op een vast tijdstip wordt hierdoor vermeden. Deze nieuwe gang van zaken legt iedere werknemer de verantwoordelijkheid op, dat hij van deze vrij heid op redelijke wijze gebruik zal maken. Een ander punt dat de aandacht vraagt is de tijd die verloren gaat met het ophalen en inleveren van het zwaardere gereedschap bij het begin en het einde van de werktijd. In verband hiermede zullen voor de buiten-afdelingen, in de nabijheid van was- en kleed lokalen filialen van het gereedschapmagazijn worden ingericht, zodat het ophalen en inleveren weinig tijd behoeft te kosten. Wat betreft het verstrekken van bonnen voor gereed schap en materiaal voor personeel van hulpafdelin gen, zal dit in de toekomst niet alleen door hun eigen afdelingstoezicht behoeven te geschieden, dat mogelijk ver van het werkobject verwijderd is. Zij, die direct onder het toezicht van een hoofdafdeling werken, zullen deze bonnen van het toezicht, dat ter plaatse aanwezig is, kunnen ontvangen. In de re paratie-afdeling worden hiervan voorbeelden gevon den bij alle buitenbankwerkers en ijzerwerkers-afde lingen, bij wie de hoofdleiding van de werkzaamhe den berust en die als zodanig leiding geven aan ko kers. boorders, branders, lassers, werknemers belast met het transport, enz. In deze beschouwing werden enkele aspecten van de werktijdverkorting besproken. Het spreekt vanzelf, dat er nog heel wat andere verbeteringen mogelijk zijn, zoals op het gebied van de technische organi satie, de werkvoorbereiding en de werkverdeling. Een ieder kan daaraan zijn bijdrage leveren. Dit is ook noodzakelijk, want tenslotte stelt de arbeidstijd verkorting aan elke werknemer hogere eisen, onver schillig welke functie hij ook heeft.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1960 | | pagina 5