21 Vj öy N I E U W S De lengte over alles was 57,3 meter, lengte tussen de lood lijnen 54 meter, breedte 5,05 meter, holte 5,45 meter en ge middelde diepgang 3,82 meter. De bemanning telde 31 koppen. De bewapening bestond uit een mitrailleur No. 3, 2 boeg en 2 heklanceerbuizen en een dubbel torpedokanon; 12 tor pedo's met een kaliber van 45 cm konden worden meege voerd. Het zwenkbare torpedokanon, opgesteld op de drukvaste huid vóór de toren, was een kenmerk van vele latere Neder landse onderzeeboten en van de hier te lande gebouwde Poolse „Orzel" en „Sep". Het werd buiten ons land alleen op grote schaal bij de Franse marine toegepast. Op de foto's van de „K VII" is duidelijk te zien, dat op deze boot een kort kanon van 7,5 cm was geplaatst. Op 18 september 1923 vertrokken de „K II" en „K VII", vergezeld van de ,,K VIII" en het depotschip voor onder zeeboten Hr. Ms. „Pelikaan" naar de Oost. Aan boord van de „K II" bevond zich Professor Vening Meinesz voor het verrichten van zwaartekrachtmetingen. In bijzonder slecht weer stoomden de schepen door het Engelse Kanaal, waarna in Lyme Bay aan boord van de „K II" de eerste proefnemingen werden gedaan. Totaal werden gedurende de reis, die via Gibraltar, Tunis, Alexandrië, Suez, Aden en Colombo naar het voormalige Nederlands-Indië voerde, eenentwintig metingen verricht. Vanaf Colombo maakte Prof. Vening Meinesz de reis aan boord van de „Pelikaan". In 1933, toen in verband met bezuinigingen vele oudere oorlogsschepen van de sterkte werden afgevoerd, sneuvel den de K-boten tot en met de VI. De reden, dat de „K VII" aangehouden werd, was voornamelijk, dat men niet bene den de „halve minimum sterkte" van twaalf onderzeeboten wilde komen. Gedurende enige jaren werd het overigens vrije continue- aanbouwprogramma van onderzeeboten onderbroken. Dit had tot gevolg, dat men met slechts acht moderne onderzeeboten de strijd tegen Japan moest opnemen. Van de overige zeven boten waren vier geheel en drie ge deeltelijk verouderd. In 1941 lag de „K VII", aangezien deze boot voor oorlogs- dienst niet meer te gebruiken was, in conservatie te Soe- rabaja. Toen de Japanse luchtaanvallen op de marinehaven in hevigheid toenamen, liet men het schip door een kern bemanning in het Marine Bassin onderwater gaan. Ondanks deze voorzorgsmaatregelen werd de onderzeeboot gedurende de morgen van 18 februari 1942 door twee vlieg tuigbommen getroffen. Het ongeluksschip werd zwaar beschadigd en het mocht de bemanning niet gelukken de „K VII" onder water te verlaten. Elf man vonden bij dit drama de dood. v.D. (rep.) Bij de foto's van boven naar beneden: Hr. Ms. „K Vil" Hr. Ms. „K VU" Hr. Ms. ,.K V" op de proeftocht. Hr. Ms. ,,K VI" op de rivier. métdè

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1961 | | pagina 23