Sonneburgh16 maart
17
(^NIEUWS
De heer Salij heeft 12 kinderen gehad, van
wie 10 nog in leven (van deze is er één ge-
emigreerd). Wij bewonderen het scherpe ge
heugen van deze krasse 100-jarige, want
zonder haperen schudde hij jaartallen en data
uit de mouw. De leeftijd van zijn vader en
moeder wist hij zonder aarzelen te zeggen.
Het merkwaardige hiervan is, dat zijn ouders
samen slechts 100 jaar werden.
„Zij zijn beiden jong gestorven. Mijn moe
der is 46 jaar geworden en vader stierf op
54-jarige leeftijd."
o
Tussen de gesprekken door kregen wij nog
een flinke reprimande.
„Je moet je lichaam niet vergiftigen door
te roken. Ik rook ook niet. Het menselijk
lichaam is een tempel en die mag niet ont
heiligd worden."
Waren wij al verbaasd over het onfeilbare
gegoochel met jaartallen en data over de
naaste familieleden, nog meer verwonderden
wij ons toen Salij een oud rijm van minstens
50 regels zonder haperen, declameerde. Die
romantische, maar griezelige moordgeschiede
nis, geheel in de taal van de vorige eeuw,
deed ons haast huiveren. Inmiddels was de
tijd om afscheid te nemen aangebroken. Op
de valreep vertrouwde de heer Salij ons nog
toe, dat hij graag nog eens op de werf zou
willen komen, maar
dan moeten jullie mij met de auto
komen afhalen en daarna terugbrengen
o
De heer Van der Vorm, directeur van „Son-
neburgh" heeft ons nog enkele bizonderhe-
den verstrekt.
„Men kan deze, altijd goedgehumeurde
man 's morgens na het ontbijt altijd een
poosje op zijn kamer vinden, lezende in zijn
oude Bijbel. Bij goed weer wandelt hij in
de tuin en zit op zomerse dagen met vele
andere bewoners heerlijk te genieten in het
zonnetje."
Het was feest in het Rusthuis „Sonneburgh"
In de versierde zaal waren alle inwonenden
te zamen gekomen om de 100e verjaardag
van de heer Salij mee te vieren.
In de loop van de morgen verschenen o.m.
ook Mr. G. E. van Walsum, Burgemeester
van Rotterdam, onze directeur, ir. B. Wilton,
vertegenwoordigers uit kerkelijke kringen en
afgevaardigden van het Leger des Heils.
De jarige en de aanwezige familieleden wa
ren zeer ingenomen met het feit, dat op deze
Ir. Wilton feliciteert de heer Salij.
De 100-jarige in gesprek met het Burgemeestersechtpaar.
wijze de verjaardag werd gevierd, temeer
nog omdat van verschillende zijden bloemen
en geschenken waren gezonden.
Verscheidene sprekers hebben het woord ge
voerd.
Rotterdams eerste burger was enigszins ver
baasd, dat hij in zo'n groot gezelschap een
100-jarige moest complimenteren, want heel
dikwijls kreeg hij bij soortgelijke festivitei
ten de boodschap mede: „het moet wat rus
tig aan".
De heer Wilton vond het bizonder prettig,
dat hij, door het samenvoegen van de bedrij
ven Fijenoord en Wilton, nu in de gelegen
heid was de 100-jarige oud-werknemer te mo
gen feliciteren.
Voorts concludeerde spreker, dat men tegen
woordig, wat betreft de behuizing, de „oude
dag in vele gevallen niet meer met gemengde
gevoelens behoeft tegemoet te zien. In rust
huizen - zoals dit - is dit vraagstuk opgelost.
o
Aan ieder feest komt een einde, maar wij
hopen, dat deze 100-jarige nog zeer lang
prettige herinneringen zal mogen hebben
aan deze feestdag.