(^NIEUWS
4
Na een oponthoud van 2 dagen in Horta vertrok
de boot onder prachtige weersomstandigheden naar
Las Palmas, waar men een week verbleef.
Daarna begon de vijf tiendaagse oversteek over de
Atlantische Oceaan, waarbij dagelijks werd gedo
ken tot een diepte waarop het schip rustig lag en
slingerproeven konden worden genomen.
Na deze overtocht waarbij kip noch kraai werd
waargenomen arriveerde men op 6 juli bij de
Westkust van Porto Rico en spoedig daarna arri
veerde de onderzeeboot te Curasao, waar gemeerd
werd aan de Handelskade om het schip te provian
deren.
Met de Gouverneur en een aantal genodigden werd
een vaartocht, onder en boven water gehouden en
de boot werd opengesteld voor bezoek van de
overzeese landgenoten.
De ,,K XII" in het dok.
Het volgende rustpunt was de Amerikaanse onder
zeebootbasis Coco-Solo. Hier werd de bemanning
uitgenodigd om een vaartocht met een onderzee
boot der V.S. en een vliegtocht boven het Pana
ma-kanaal mede te maken.
Op 24 juli vertrok de ,,K XIII" als eerste Europese
onderzeeboot via het Panamakanaal naar de Stille
Oceaan.
Te Balboa werd gemeerd en op 30 juli werd de reis
voortgezet naar de Mexicaanse haven Mazatlan,
waar ten aanschouwe van een groot aantal Mexi
canen, duik-demonstraties werden gegeven.
De volgende aanloophaven was San Francisco, dat
in dichte mist bereikt werd en waar de bemanning
feestelijk werd onthaald.
Het schip werd in een van de marine-dokken
drooggezet om een knip- en scheerbeurt te onder
gaan, bovendien werden de voorraden aangevuld
en olie gebunkerd.
Twaalf dagen na het vertrek uit de gastvrije haven
stad arriveerde de wereldreiziger in Honolulu,
waarna via Guam en Yap, Manilla op de Philip-
pijnen werd aangelopen.
Onderweg werd de diepste plek der aarde (9100
m) gelood.
Men bleef een week in de haven en had gezelschap
van de Britse onderzeeboot „L 27", die door het
Suezkanaal was gekomen en een tocht door de
Oostelijke wateren maakte.
Het einde van de wereldreis was in zicht.
Bij Ambon zond de commandant van de „K XIII"
telegrafisch bericht van aankomst in Oost-Indië aan
het Departement van Marine te Weltevreden.
Via de Bandazee en Bima werd op 13 december
1926 Soerabaja bereikt. Hiermede was een tocht
van 20.939 zeemijl volbracht; een prestatie, die in
die dagen door velen voor onmogelijk werd ge
houden.
Van 200 dagen waren honderdelf op zee doorge-
A
De ..K XI" op proeftocht.
bracht, hiervan had men 116,5 uur onderwater
gevaren.
Veel rust werd de onderzeeboot niet gegund.
Reeds op 3 februari 1927 vertrok de ,,K XIII" met
professor Vening Meinesz aan boord uit Soerabaja
voor een nieuwe tocht.
Na Straat Bali gepasseerd te hebben, trok men
langs de zuidkant van Java naar Christmas-eiland.
Een duikmanoeuvre had bijna noodlottige gevol
gen toen de boot doorschoot tot een diepte van
meer dan tachtig meter.
Het gelukte echter het schip op tijd op te vangen
en na korte tijd verscheen de ,,K XIII" weer aan
de oppervlakte.
Later maakte het schip enige expedities in de In
dische Archipel, waarbij door professor Vening
Meinesz in totaal 234 zwaartekrachtmetingen wer
den verricht.
Gedurende de eerste reis naar de Molukken van
12 juni tot 12 augustus 1929 werd 6800 zeemijl
afgelegd en sloeg een matroos overboord, die na