5
(^NIEUWS
handig manoeuvreren weer binnen boord werd ge
hesen.
Op 4 oktober 1929 gaf de ,,K XIII" een demon
stratie in onderwatervaren voor de Koning en Konin-
ging van Siam.
Van 10 oktober tot 14 november 1929 werd een
tocht van 4300 mijl om Celebes heen gemaakt.
De derde expeditie duurde van 2 januari tot 15
februari 1930 en voerde rond Sumatra en door de
Java Zee, waarbij bijna 5000 zeemijl werd afge
legd.
Ten tijde van de Japanse aanval in de Pacific vorm
den de „K XI", „XII" en „XIII" met de oudere
„K IX" de zogenaamde Tweede Divisie Onderzeebo
ten. De schepen bevonden zich in de buurt van de
Anambas- en Natoena-eilanden, ten Noordwesten van
Borneo en werden, evenals verscheidene andere Ne-
schepelingen het leven kostte en vier man zwaar
verwondde.
De boot was hiermede voor verdere strijd uitge
schakeld en moest naar Soerabaja geëscorteerd
worden om de schade te laten repareren. De be
manning stapte over op de reserveboot ,,K VIII".
De twee overige boten bleven vanuit Singapore
opereren tot zij door de Japanse opmars gedwon
gen werden terug te keren.
Zij patrouilleerden vervolgens in de buurt van
Banka.
Bij de evacuatie van Soerabaja nam de „K XI" de
commandant van de Onderzeedienst, zijn staf en
twaalf officieren en manschappen mee naar de
vreemde en arriveerde veilig in Colombo na on
derweg achtentwintig overlevenden van de Austra
lische kanonneerboot „Yarra" te hebben opgepikt.
Hr. Ms. „KXIII". (Foto's Archief W.F.)
derlandse oorlogsschepen en vliegtuiggroepen, ter
beschikking gesteld van het Britse opperbevel te
Singapore.
De „K IX" keerde tengevolge van machineschade
terug naar Soerabaja, doch de drie zusterschepen
kregen opdracht met de „O 16" en de „K XVIII"
een linie te vormen om de „sweep" van het Britse
slagschip „Prince of Wales" en de slagkruiser „Re
pulse" te dekken.
Japanse vliegtuigen brachten beide Britse schepen
tot zinken, waarna de Nederlandse onderzeeboten
opdracht kregen Japanse konvooien voor de kust
van Malakka aan te vallen.
De „K XII" onder commando van de luitenant ter
zee le klasse H. C. J. Coumou bracht op 12 de
cember 1941 in ondiep water het vrachtschip „To-
ro Maru" (1939 BRT) tot zinken en torpedeerde
de daarop volgende dag bij Kota Baroe de „Taizan
Maru" (3525 BRT), die echter niet zonk.
Ruim een week later vond aan boord van de
„KXIII", toen dit schip in de haven van Singa
pore lag, een batterij-explosie plaats, die aan drie
De „K XII", die vanuit Soerabaja nog tweemaal in
Straat Makassar tegen de Japanners opereerde, ver
liet als laatste schip de grotendeels verwoeste oor
logshaven met de commandant van de marinebasis
en zijn staf aan boord.
Deze boot week uit naar Fremantle in Australië.
Hr. Ms. „K XIII" lag nog steeds in reparatie en
werd door marine-personeel tot zinken gebracht.
De naar Colombo uitgeweken „K XI" werd na
een oorlogspatrouille gedegradeerd tot Asdicboot,
doch liet in april 1945 weer van zich horen toen de
veteraan, via een patrouille bij Padang, in Australië
aankwam en daar verkocht werd.
Aan de „K XII" was een nuttiger bestaan toege
dacht.
Het schip werd namelijk gebruikt voor geheime
patrouilles in de door de Japanners bezette Archipel.
Na gedurende ruim een half jaar als asdic-boot te
zijn gebruikt kwam aan het welbestede leven van
de boot een einde toen in mei 1944 de „K XII" te
Sydney buiten dienst werd gesteld.
v.D. (Rep)