Varen, waai
Gediplomeerden
(^NIEUWS
8
A. J. Blommers
Mach. Bankwerken
C. M. van den Bos
Mach. Bankwerken
E. C. Bras
Mach. Bankwerken
R. J. Doorneveld
Mach. Bankwerken
G. B. Groenhorst
Mach. Bankwerken
L. C. Heusdens
Mach. Bankwerken
J. Koppenhagen
Mach. Bankwerken
W. Langerak
Mach. Bankwerken
J. J. Meeder
Mach. Bankwerken
J. H. Blomsteel
Draaien
W. van Oeveren
Draaien
H. M. Offerman
Draaien
J. Scheppink
Draaien
A. van Velde
Draaien
E. L. de Wilde
Draaien
W. M. Wijcisk
Draaien
H. Bot
Frezen
J. v. d. Graaf
Frezen
C. Neleman
Frezen
H. J. F. Bijsterveld
Plaatwerken
H. van Bokkum
Plaatwerken
H. J. Noordzij
Plaatwerken
D. Vermaas
Plaatwerken
J. D. Vermeer
Plaatwerken
H. van Deursen
Koperslaan
W. A. M. van Geldre
Koperslaan
F. Loenen
Koperslaan
A. H. Middeldorp
Koperslaan
J. H. Neuschwanger
Koperslaan
W. de Zeeuw
Koperslaan
E. J. L. Zonneveld
Koperslaan
Th. Broekhoven
Scheepsbeschieten
C. P. Noomen
Scheepsbeschieten
G. W. Romijn
Scheepsbeschieten
W. Voerman
Scheepsbeschieten
G. W. van Dalen
Scheepsbeschieten
D. Ooms
Scheepsbeschieten
A. van Rijswijk
Scheepsbeschieten
A. Kalisvaart
Scheepsbeschieten
D. Benner
Ijzerwerken
B. Damme
Ijzerwerken
H. Hendriks
Ijzerwerken
J. Kornaat
Ijzerwerken
D. Kroos
Ijzerwerken
J. Stuivenberg
Ijzerwerken
J. J. I. Vermeulen
Ijzerwerken
H. Bal
Schilderen
C. F. Egberts
Kotteren
Nee, het is niet het „schip der woestijn", waarop
deze titel doelt. Wel schommelt men op de rug
van een kameel als in een bootje op de golven, maar
't is toch nog altijd geen varen in de echte zin van
het woord. Echt varen waar geen water is, dat de
den vroeger de Twentenaren en de Geldersen,
lang voor het Twente-Rijn Kanaal tot stand geko
men was en ze deden dat met een ongelofelijk
taaie energie, waar we tegenwoordig, met al die
gemakkelijke verbindingen, eenvoudig geen kijk meer
op hebben. Het was in die tijd dat Deventer en
Zwolle de knooppunten waren voor de handel met
het Overijsselse en Gelderse platteland, toen de
grote verkeerswegen en vooral ook de kanalen
nog moesten worden aangelegd. Toen was er in het
hartje van Twente een klein plaatsje met de naam
Enter, nu bekend om zijn klompen, waar men zich
toelegde op de scheepsbouw en de binnenscheep
vaart.
Je had daar een hele serie scheepstimmerwerven
en nog tot het einde van de 19de eeuw kon men
u precies vertellen, waar de Schuitenmakerswerf,
de Meisterwarf, de Coolewarf en de werf van de
schuitemaker Van der Berg hadden gestaan. Enterse
schippers voeren langs alle binnenwateren; men
ontmoette ze overal in Nederland. Zij haalden Mak-
kumer dakpannen en riet uit Friesland, levensmid
delen en koloniale waren uit Holland, zij zwier
ven op hun zelfgebouwde scheepjes over de Zui
derzee naar Amsterdam met een lading houtskool
of linnen en keerden dan via Friesland terug met
een lading klokken en meubels. Zij worstel
den zich langs beken en sloten tot voorbij Borne,
om hout te halen voor het bouwen van hun platte
schuiten.
Het is nog maar een eeuw geleden, dat Almelo
een verbinding met Zwolle en met het achterland
onderhield met behulp van een honderdtal platte
„zompen" of „potten" en net als alle Twentenaren
waren ook de Almeloërs ondernemende schippers
en varensgasten. Zij vooral stonden bekend als