De aanbidding der Drie Koningen J. R. Het schilderij dat voor de omslag van dit december nummer gereproduceerd werd, bevindt zich in het Rijks museum en is een werk van Pieter Brueghel de Jonge (1564- 1638), bijgenaamd de Helse Brueghel. Deze naam kreeg hij, omdat hij veel helse voorstellingen en branden schilderde. Pieter Brueghel de Oude (1525 - 1569), de vader van Pieter Brueghel de Jonge, noemt men Boeren Brueghel, omdat hij veel werken maakte die ontleend waren aan het boerenleven. Deze Boeren Brueghel heeft in zijn beginperiode onder invloed gestaan van Hieronymus Bosch die in 1516 te 's Hertogenbosch is overleden. Brueghel was in de weergave van zijn personages tege lijk realistischer en gemoedelijker dan Hieronymus Bosch. Wij zouden kunnen zeggen, dat hij zich in de beoordeling van de handelingen zijner figuren, begrij pelijker en vergevingsgezinder toonde. Hieronymus Bosch (1450 - 1516) kunnen wij een laat middeleeuws kunstenaar noemen. Bosch is de diep vorsende symbolist. Hij ontrafelt de innerlijke gesteldheid van de zondige mens en beeldt deze genadeloos uit; hij is de psycholoog die voor de psychologen een verrukkelijk studie-object is. Zijn werken zijn als het ware in beeld gebrachte ang stige dromen. Niet in zijn kleuren is hij somber (hij gebruikt vaak tere kleuren), hij is somber in zijn oordeel. Hieronymus Bosch is een diep religieus rechtzinnig rooms-katholiek. Het laatste oordeel hangt als een scherpsnijdend zwaard boven de mensheid. Het is alles terechtwijzing, kritische waarschuwing tot boete doening, een: „Heer, wees mij, arme zondaar, ge nadig". Bosch houdt zijn tijdgenoten, van hoog tot laag, de spiegel voor, hij maakt het bezwerende gebaar. Het zal niemand verwonderen dat Philips II, die er naar streefde voor Spanje èn voor het rooms-katho- licisme een totale heerschappij te vestigen, de werken van Hieronymus Bosch sterk ter harte gingen. Nu gaan wij weer terug naar de Brueghels. Pieter, de Boeren Brueghel, werd, zoals reeds gezegd, geïnspireerd door de symboliek van Bosch. Pieter Brueghel de Oude is een groot kunstenaar, vooral als landschapschilder is hij een grootmeester. In de uitbeelding van zijn figuren graaft deze realist niet zo diep als Bosch. Als hij de wanstaltigheden van een figuur schildert, beeldt hij een van mense lijke aantrekkelijkheid gespeende individu uit. Hij beroert niet het karakter van de mens en dat doet Bosch wèl. Pieter Brueghel de Jonge, de Helse Brueghel, is als kunstenaar ver de mindere van zijn vader. De wer ken van zijn vader inspireren hem en, als hij tot het uitbeelden van helse taferelen en branden geraakt, dan kunnen wij zeggen, dat daarmede een ring van inspiratie en navolging gesloten wordt. Pieter Brueghel de Jonge heeft veel copieën naar werken van zijn vader gemaakt. Hij maakte naar die werken etsen. Het schilderij dat voor ons ditmaal van belang is, kan als één zijner mooiste werken beschouwd worden. In een Vlaams dorp krioelt alles door elkaar. Het is een drukte van belang in dit winterse landschap. (Brueghel plaatst het gebeuren van de geboorte en van de aanbidding in het eigen milieu, een primitieve opvatting. Een aanwijzing in deze richting is waar schijnlijk het volgende: Het leven van de kunstenaar viel grotendeels samen met de tachtigjarige oorlog. Zou de grijs-blauwe ruïne, rechts op het schilderij, niet een gevolg van de oorlogvoering kunnen zijn?) Uit een prachtig ronduitgehakte bijt scheppen de mannetjes water; men heeft een boom omgehakt en ontdoet die van de takken; men sjouwt zijn vracht; men haast zich naar een bepaald doel; de tent met de stok waaraan een kruik is bevestigd (wij kennen de beschilderde uithangborden!) trekt de belangstelling van hen die dorstig en hongerig zijn; een kind zit op zijn slee op het ijs; men gaaten toont maar weinig belangstelling voor de, in deze omgeving toch stellig uit de toon vallende, Koningen en heeft hele maal geen interesse voor de twee muilezels die, afge dekt met prachtige tapijten, zonder twijfel tot het ge volg van de drie Koningen behoren. En tóch Tóch staat in het kunstwerk de stal, waar de Konin gen zich buigen voor het Kind, centraal. En dat is het, wat voor de kunstenaar het allesover heersende is geweest. Dat is, tegelijk, de belijdenis die zijn werk uitmaakt. Hoewel Brueghel hier geen overdaad van kleuren geeft, beseft men, voor het schilderij staande, met een schoon-kleurig kunstwerk te doen te hebben. Ik hoop, dat onze lezers aan de reproductie van dit werk vreugde zullen mogen beleven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1961 | | pagina 35