VEILIG GEWERKT
175 DAGEN
DRIE GROEPEN
HEBBEN GELIJKTIJDIG
(^NIEUWS
12
Dat kan ik gebruiken!
Drie van de 10 groepen, die in M.F. I aan de Veiligheidscompetitie deelnemen, be
reikten op 8 december de tweede „hoogtijdag". 87 werknemers presteerden het om 175
dagen achtereen veilig te werken. Deze behoorden tot 3 groepen bestaande uit de
afdelingen van de bazen Kieboom, Oosterlee, Nouwt, Leeuwenstein, Romijn en de
kraanrijders M.F.
Dit vermeldenswaardige feit werd in een korte bijeenkomst door de chef van de
Machinefabrieken, ir F. C. Smit, nog eens extra belicht o.m. door enkele sprekende
cijfers.
„Ik moet vandaag niet minder dan 87 werknemers geluk wensen en doe dit daarom
met bijzonder genoegen. Ik heb eens op een andere manier uitgerekend, wat het
betekent als 87 mensen gedurende 175 dagen veilig werken. Als één man deze prestatie
zou willen en kunnen verrichten, dan zou hij daarvoor ongeveer 15.000 werkdagen
nodig hebben, d.w.z. hij zou meer dan 60 jaar lang moeten werken zonder één ongeval
met arbeidsond.erbreking. Zulke cijfers zeggen toch wel iets.
Wij voeren tezamen de strijd tegen de onveiligheid in de werkplaatsen, op de weg en
in het gezin. Bagatelliseert deze strijd niet, want er gebeuren dagelijks zeer veel onge
lukken, die ontzaglijk veel menselijk leed veroorzaken", zei de heer Smit.
Afgezien daarvan is er ook nog het grote economische verlies voor de gehele gemeen
schap: jaarlijks gaan er miljoenen verloren door verloren werkdagen, kosten van
medische behandeling en schade aan goederen. Dag in dag uit moet de veiligheid onder
de aandacht van ons allen worden gebracht en de heer Smit noemde drie belangrijke
factoren, die nodig zijn bij het bestrijden van de onveiligheid: oplettendheidzelf
beheersing en kanteraadschap.
„Het resultaat van de Veiligheidscompetitie is zeer goed te noemen. Deze dag be
wijst, dat met goede wil goede resultaten niet uitblijven. Mede namens de directie
feliciteer ik u van harte."
Met deze woorden beëindigde spreker zijn toespraak en gaf het woord aan de heer
A. Potuyt.
Ook de heer Potuyt noemde enkele cijfers, die het nut van de competitie bewijzen. In