scheepsbouw
NIEUWS
2
voorzieningen getroffen voor het ingebruiknemen
van de grotere, twee-motorige S.2F „Tracker"-vlieg-
tuigen.
De Orient"een oude bekende, kwam binnenlopen
om een huidschade te laten repareren.
De machine-installatie van het m.s. Taravan de
„Maatschappij Vrachtvaart" werd ingericht voor het
gebruik van zware olie; eenzelfde operatie onder
ging later de Annenkerkvan de V.N.S.
Op de Britse supertanker Derby" werd midscheeps
een extra ballastpompkamer ingebouwd.
Speciaal dient vermeld te worden het Britse passa
giersschip „Newfoundland"dat in Dok I een grote
bodemschadereparatie onderging en met zijn grote
zwart-rode schoorsteen een opvallende verschijning
was.
Aanvarings- en bodemschaden werden in het afge
lopen jaar bijna aan de lopende band gerepareerd
en wij kunnen de namen van de schepen niet alle
noemen.
Een uitzondering moet worden gemaakt voor de
grote tanker „Andros Fortune", die na een aanvaring
in het achterschip gedeeltelijk volliep en slechts met
grote moeite geborgen kon worden. Het schip ligt
nog steeds aan onze werf in afwachting van machine
delen, die uit het buitenland geleverd moeten
worden.
Een bijzondere reparatie werd verricht aan het m.s.
Sidoniavan de Anchor Line. Op de eerste reis
was op dit gloednieuwe schip brand uitgebroken in
de bemanningsverblijven en door bluswater en rook
werd de overige accommodatie beschadigd. In pret
tige samenwerking met de werf van v. d. Giessen
werd de „Sidonia" weer in haar oorspronkelijke staat
teruggebracht.
Een zeer uitgebreide bodemreparatie werd verricht
aan het m.s. Ramon de Laninaga"
Turbinetankschip Caltex Naples".
De overdracht aan de N.V. Nederlandsche Pacific
Tankvaart Mij. vond plaats op 8 maart. Het schip
meet 32.000 ton.
Motorschip „Katendrecht"
Op 26 april werd dit schip aan de Raad van Beheer
van PHs. van Ommeren N.V. overgedragen. De
doopplechtigheid had op 14 april plaats gevonden.
De doopster was mevrouw S. J. Hudig-Regeur.
De kustvaarders Asken Willy Böhmer" werden
op de dwarshelling van onze werf te Rotterdam
geplaatst, doorgesneden en uit elkaar getrokken,
waarna er een, voordien te Schiedam gebouwd mid
denstuk werd tussengeplaatst.
De Statendamkwam haar geboorteplaats opzoeken
om werkzaamheden in verband met Speciaal Survey
te laten uitvoeren.
Een ketelreparatie op het m.s. „Willem Ruys" van
de K.R.L. werd in zeer korte tijd tot een goed einde
gebracht. Dit was een van die typische karweien,
waarvan de outsider niets merkt en waarbij het in
het bijzonder aankomt op goede samenwerking van
een kleine groep in het bedrijf.
Ook de reparatie van de bodemschade van het m.s.
„Westerdam"van welk schip de vaardatum niet ge
wijzigd kon worden, werd zeer snel verricht.
Uitgebreide werkzaamheden aan de hoofdmotoren
van het m.s. Salinabrachten letterlijk werk aan
de winkel voor de machinefabriek.
Tegen het einde van 1961 waren twee grote staal-
katweien in handen, nl. de „Caltex Pernis" en de
Crystal Jewel". Van dit laatste schip, dat voor ge
ruime tijd in dok 6 staat, wordt praktisch de gehele
bodem vernieuwd. Een geheel nieuw brughuis, com
pleet met betimmering enz., wordt voor dit schip
„aan de Vijfsluizen" gebouwd door de afdeling
Nieuwbouw.
Behalve de eerder genoemde „Salina" waren bij de
jaarwisseling machinereparaties van omvang onder
handen op het m.s. „Ridderkerk" van de V.N.S.
Aan het slot van dit overzicht van een bedrijvig jaar
voor de Reparatie-afdeling, spreken wij de hoop uit,
dat 1962 hiervoor niet zal onderdoen.
In 1961 werd in de afd. Reparatie aan 1032 schepen,
waarvan 221 zeeschepen van Nederlandse nationali
teit, gewerkt.
Turbinetankschip „Armagnac"
Onder grote belangstelling werd op 10 mei dit
48.500 ton grote schip van Helling VI tewater ge
laten. De „Armagnac", bestemd voor de Société
Framjaise de Transports Pétroliers, is op 28 november
door de rederij overgenomen.
4 Olieduwtankbakken.
De kiellegging voor deze bakken vond op 4 augus
tus in het bouwdok plaats. Na de uitdokking op
19 oktober volgde op 1 november de overname door
PHs. van Ommeren (Binnentankvaart) N.V.