Modelbouw in
vrije tijd
(^|)N1EUWS
16
De bouwer aan het werk
De heer J. Ploeg wordt uit hoofde van zijn functie -
sous-chef Tekenkamer Scheepsbouw - dagelijks ge
confronteerd met de bouw van schepen. Het schijnt
dan op het eerste gezicht vreemd, dat hij als vrije
tijdsbesteding de modelbouw van schepen beoefent.
Zelf zegt hij er echter dit van:
„In de uitoefening van mijn functie is het meer
het hoofd dan de handen, waar het op aan komt.
Daarom is het bijzonder prettig om in vrije tijd an
der werk te doen. Het is niet zo, dat de model
bouw uitsluitend handenarbeid is. Ik heb echt ook
wel eens „hoofdbrekens" en één van de meest vol
doening gevende bezigheden is juist het uitpuzze-
len van de beste manier om een bepaald onderdeel
te maken. Maar tenslotte is het „handenarbeid",
die het werkstuk doet ontstaan. Het is dus echt
wel iets anders dan de dagtaak. Mijn voorliefde
gaat uit naar historische scheepsbouw, ofschoon ook
andere objecten mijn belangstelling hebben."
Dat de historische scheepsbouw de voorkeur heeft,
blijkt duidelijk als men in een grote kast (ook zelf
gebouwd) de oorlogsbrik „Irene" ziet staan. Een
juweeltje om te zien, hoewel er nog een en ander
aan moet gebeuren. Over de bouw van dit vaar
tuig heeft de bouwer veel te vertellen. Het schip
is van oorsprong een Engels marinevaartuig, dat
na een stranding in het begin van de 19e eeuw bij
de Nederlandse Marine is terechtgekomen. Het
heeft nog circa 10 jaar onder de naam „Irene"
dienst gedaan. De Engelse naam was „Grasshop
per".
Hoe is nu de heer Ploeg tot de bouw van dit mo
del gekomen? De lust tot de modelbouw zat er bij
hem al vroeg in. Reeds op 13-jarige leeftijd heeft
hij een 2 meter lang vrachtschip van triplex ver
vaardigd, naar gegevens uit een boek over scheeps-
bouwkunde, hetwelk bij zijn vader, ook scheeps
bouwer, in de kast stond. Het was, ook al van
wege de grootte en het gebruikte materiaal, geen
lange levensduur beschoren. In de oorlogsjaren
heeft hij op dit terrein nog wel eens iets onder
nomen, maar na de oorlog deed hij zijn grote ont
dekking. Hij zag het boek „Model van de oorlogs
brik „Irene", geschreven door E. W. Petrejus. In
dit zeer uitvoerige boek wordt de gehele construc
tie en tuigage van een oorlogsbrik uit 1811 be
schreven. Een schip met een romplengte van circa
30 meter - dat is zo groot als een haringlogger -
bemand met meer dan 100 koppen en bewapend
met 18 stukken geschut. Het leven aan boord zal
wel niet zo comfortabel geweest zijn. Toch was het
volgens de heer Ploeg in bepaalde opzichten mo
dern te noemen, want er waren al toiletten - voor
de officieren - op het achterschip aangebracht. Het
model is gebouwd op schaal 1 50, zodat de romp
60 cm lang is.
Over de bouw zelf zegt hij:
„Ik heb alle onderdelen zelf gemaakt. Het ge
hele model bestaat in feite uit honderden aparte
stukjes, die elk op zichzelf een afzonderlijk werk
stuk vormen, waaruit door samenvoeging langza
merhand het gehele schip ontstaat. Ik ben er al
jaren aan bezig en haast is er niet mee. Dat mag
ook niet als men het goed wil doen.
De twee zalingen (marsen) in voor- en achtermast
b.v., die ieder een oppervlakte hebben van circa 55
cm2, bestaan elk uit meer dan 100 onderdeeltjes. Hier-