Orgaan van en voor het personeel
van Wilton-Fijenoord
Schiedam
DOOP EN OVERDRACHT VAN
HET S.T.S. "VITREA"
(^NIEUWS
Op de eerste lentedag (althans volgens de
kalender) in 1962 is op de Noordzee na een
geslaagde proefvaart de „Vitrea" gedoopt en
overgenomen door Shell Tankers N.V.
Het is het laatste schip van een serie van drie
en het negende dat na de oorlog voor ge
noemde N.V. (voorheen „La Corona") is
gebouwd.
In tegenstelling tot de „Viana" en de „Videna"
is de gehele accommodatie op het achterschip
geconcentreerd. Daardoor is tevens een meer
effectieve, totale hoeveelheid ruimte per be
manningslid verkregen en men leeft niet meer
boven de ladingtanks, die onder bepaalde
omstandigheden met explosief gas gevuld
zijn.
De hoofdafmetingen van het schip zijn:
Lengte over alles202.69 m.
Lengte tussen de loodlijnen 195.24 m.
Breedte op buitenkant spanten 25.91 m.
Holte14.20 m.
Zomerdiepgangxo.53 m.
Bruto register tonnage 21873 R.T.
Netto register tonnage 11028 R.T.
Draagvermogen33600 ton
(1.016 kg)
Niet eindigende vooruitgang.
Namens onze werf sprak ir J. E. Woltjer
het gezelschap toe en betoogde dat, al mogen
de scheepsbouw en scheepvaart gerekend
worden tot de grote deviezen-inbrengers van
ons land, hij gelooft in de eerste plaats te
moeten stellen, dat men in de „Vitrea" een
teken kan zien van de grote vooruitgang
van scheepsbouw en scheepvaart.
„Wanneer wij de arbeidsuren, nodig voor
de bouw van de stalen romp van dit schip,
vergelijken met die van de „Mitra" (het
eerste schip na de oorlog gebouwd voor Shell
Tankers N.V.) dan blijkt dat deze arbeids
uren per ton staal tot ver beneden de helft
zijn gedaald," zei de heer Woltjer.
Een ander voorbeeld van vooruitgang is te
zien in Frankrijk's vlaggeschip, de „France",
de opvolgster van de „Normandie".
Dit nieuwe schip vaart in dezelfde tijd als
haar voorgangster de Atlantische Oceaan over,
maar met bijna de helft van het totale brand
stofverbruik. Deze vooruitgang zit voor ge
lijke delen in de kwaliteit van de romp en de
voortstuwer en in het rendement van de
machine. Dit is een vooruitgang die te
loven is, maar zij mag nog steeds niet als be
ëindigd beschouwd worden.
„Om, zoals Sjoukje Dijkstra op haar ter
rein, op de eerste plaats in de wereld te
staan, zullen de Nederlandse rederijen en de
Nederlandse werven en machinefabrieken bij
voortduring verbetering van hun rendement
in het oog moeten houden."
Onder aanbieding van een souvenir richtte
de heer Woltjer woorden van dank tot de
doopster en gaf als zijn mening te kennen,
dat de traditie nu eenmaal wil, dat een schip
moet worden gedoopt.
„Alle vooruitgang en research en productie
ten spijt, blijven wij vooral bij het bevaren
der zeeën altijd voelen, dat zich onbegrijpe-