DOOP EN TEWATERLATING VAN HET M.S. „GREBBEDYK" 3 (ïf^NIEUWS Op 17 april vond op onze werf de doop en de te waterlating van het m.s. „Grebbedyk" plaats. De kiel werd op 29 mei 1961 gelegd en het schip is in aan bouw voor de N.V. Nederlandsche-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij Holland-Amerika Lijn te Rotterdam. Precies op de bepaalde tijd verrichtte Mevrouw J. Anema-Van Houten, vanaf de tribune, de gebruike lijke handelingen en het schip - nu officieel „Greb bedyk" geheten - verliet vlot de helling. De genodig den op de tribune, vele W. F.-werknemers en meer dan 600 leerlingen van diverse scholen waren getuige van de altijd boeiende gebeurtenis. De Harmonie- W.F. bracht onder leiding van de heer L. Th. Jansen marsmuziek ten gehore. In de kantine van het Hoofdkantoor verwelkomde ir. B. Wilton, namens de werf, het gezelschap en hij be groette speciaal de vele Hoofden van Scholen. Hij vond het een verheugend feit, dat, naast vertegenwoor digers uit kringen van scheepsbouw en scheepvaart, ook zij deze doop en tewaterlating hadden bijge woond, omdat juist zij het zijn, die dikwijls een grote invloed uitoefenen op de beroepskeuze van de jeugd. „Aan de huidige verhoudingen tussen de H.A.L. en W.F. is een lange geschiedenis voorafgegaan", zei de heer Wilton. In dit verband bracht hij een oud bestaand archief stuk van de H.A.L. (n.l. een brief van ir Röntgen aan G. v. d. Bosch) ter sprake, waarin werd geadvi seerd om tot een regelmatige lijndienst op Amerika te komen. Vele moeilijkheden zijn in het verleden overwonnen eer het zover was. Spreker noemde en kele bekende namen van schepen, die aan het einde van de vorige eeuw dienst deden op de lijn naar Amerika: de „Nederland", de „Leerdam", de „Zaan dam" en de „Edam". Met betrekking tot de latere verhoudingen tussen de H.A.L. en W.F. memoreerde spreker de aanmoedi ging van de zijde der H.A.L. bij de aankoop van het Schiedamse werfterrein. „Dit is van grote invloed op de ontwikkeling van ons bedrijf geweest. Wij zouden zonder de steun van de H.A.L. nooit zover zijn ge komen", betoogde de heer Wilton en hij somde vervol gens een indrukwekkende rij namen van schepen op, die door W.F. voor de H.A.L. zijn gebouwd. Bijna 111.000 B.R.T. voegde onze werf toe aan de thans varende H.A.L.-vloot. Dat is 30 van de totale tonnage, welke daar nu in de vaart is. Tot mevrouw Anema richtte ir Wilton hartelijke woorden van dank voor haar bereidwilligheid om als doopster te willen fungeren. „Elk schip wordt in feite door de bouwers als een levend wezen beschouwd en het is dit zeker voor de opvarenden. Daarom is en blijft de traditionele naamgeving een belangrijke ge beurtenis." De doopster ontving uit handen van de heer Wilton een prachtige armband ter herinnering aan hare medewerking. Mevrouw Anema had het, volgens haar woorden, bijzonder prettig gevonden de uitnodiging tot de doop te mogen ontvangen. Uit geschiedkundige ver halen was haar gebleken, dat de doop van nieuwe schepen een zeer oud gebruik is. Nog altijd wordt de naam als een belangrijke zaak beschouwd en het verheugde haar bijzonder, dat zij de traditie heeft mogen voortzetten bij de tewaterlating van de „Grebbedyk". Mr H. N. Dutilh, die als laatste spreker het woord voerde, had zich ook al in de geschiedenis verdiept. Hij bracht nl. een oude Romeinse uitspraak te berde, die heel goed past bij scheepsbouw en scheepvaart. Hij had ergens gelezen, dat er volgens dat gezegde drie soorten mensen bestonden: levende, dode en „mensen aan boord van schepen" Na deze in leiding sprak de heer Dutilh over de laatste uitbrei-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1962 | | pagina 5