Ongeluk of iets anders?
(^NIEUWS
4
Het personeel neemt afscheid
Op 25 mei heeft net personeel afscheid genomen.
In de kantine van het Hoofdkantoor hebben drie
sprekers het woord gevoerd. Als eerste hield de
heer B. Blommers, secretaris van de Ondernemings
raad, een toespraak waarin hij er o.a. op wees, dat
het voor een groot deel aan de heer Van Daal en
te danken is, dat het bedrijf thans groot en sterk
is. Gedurende zijn 53-jarig dienstverband heeft de
heer Van Daalen zijn beste krachten gegeven.
Spreker vond het een gelukkige omstandigheid
dat de binding met de werf, door de benoeming
van de heer Van Daalen als lid van de Raad van
Commissarissen, blijft bestaan.
De heer Meeuwisse, die na de heer Blommers sprak,
legde bijzondere nadruk op de initiatieven, die de
heer Van Daalen in de naoorlogse jaren heeft ont
wikkeld en gewaagde van het stempel, dat de heer
Van Daalen door zijn eigenschappen op het bedrijf
heeft gedrukt. Hij hoopte, dat de heer Van Daalen
als initiatiefnemer voor de bouw van dok 8 t.z.t.
bij het inbedrijfstellen aanwezig zal kunnen zijn.
Met recht en trots zullen wij dan de woorden van
Winston Churchill - zij het in enigszins gewij
zigde vorm - kunnen herhalen: „You gave us the
tools, we shall finish the job".
Tenslotte sprak de heer Woltjer hem als collega
namens het gehele bedrijf toe en memoreerde o.a.
de activiteiten, die de heer Van Daalen nog na zijn
50-jarig jubileum in 1959 met betrekking tot be
langen in het buitenland heeft ontwikkeld. Met de
zorg voor de financiën van de onderneming en en
kele commissariaten betekent dit een veel omvat
tende taak.
De heer Woltjer eindigde met de woorden: „Dank
voor alles wat je deed".
Uit het antwoord van de heer Van Daalen.
„Als ik hier om mij heen kijk en al de mensen zie,
die op een langdurig dienstverband kunnen terug
zien, ben ik geneigd een terugblik te werpen.
Het is echter beter mij tot het heden te bepalen
en dan kan ik u zeggen dankbaar te zijn, nu ik kan
vertrekken na een periode van intensieve opbouw
en de consolidatie van het bedrijf.
De blijvende directieleden hebben de taak om de
tijden, die komen, onder ogen te zien en de pro
blemen, die er ongetwijfeld zullen komen, op te
lossen.
Er zijn mensen, die mij hebben gezegd, dankbaar
te zijn voor hetgeen ik wel eens voor hen heb mo
gen doen. Die dank kan men dan het beste de
monstreren door zich te blijven inzetten voor de
belangen van de onderneming. Deze wijze van
ontvangen en geven is - als een soort van twee
richtingsverkeer - onmisbaar in een goede samen
leving.
Ik dank de drie sprekers, die het kort hebben ge
maakt, maar tevens in hun toespraak toch veel
hebben verwerkt en wens u allen tenslotte het aller
beste toe."
Eén onzer personeelsleden, die - als vele anderen -
voor zijn werk op het werfterrein een dienstrijwiel
in de bekende kleur in bruikleen bezit, heeft daar
mede iets zeer eigenaardigs beleefd.
Als u allemaal (behalve één) even verder leest, kunt
u van dit duistere geval kennisnemen.
Die „één" behoeft dat niet te doen, daar hij - met
enkele insiders - de geschiedenis wel zal kennen
De fiets was nieuw en pas korte tijd onder het be
heer van het personeelslid. Op zekere middag had
hij het rijwiel nodig. Het was echter niet op de vas
te standplaats aanwezig. Eén zijner assistenten -
een ware Sherlock Holmes - vond na enig zoeken
het karretje terug.
Niet meer in de oorspronkelijke gave staat, maar
vrijwel gesloopt: krom frame, kapot slot, verbogen
voorvork en lekke achterband.
Nu kunnen wij ons voorstellen, dat iemand een
uitgesproken hekel heeft aan een bepaalde kleur.
Dat geeft echter niet het recht een rijwiel, gelakt
in die kleur, op deze wijze te behandelen. De be
strijding van kleuren pleegt men in ons land op
vreedzame en democratische wijze te doen.
Wij zouden die „één" willen verzoeken zich ken
baar te maken om te kunnen vaststellen in hoe
verre hier sprake is van schuld. Het zou nl. eén
ongeluk kunnen zijn.
Waarom, vragen wij ons af, heeft de betrokkene
zich niet gemeld, als er sprake is van een ongeluk
of van een ongelukkige samenloop van omstandig
heden?