DE VANGST
VERZORGD DOOR HET KINDERBLAD „KRIS KRAS" TE AMSTERDAM
21
NIEUWS
DAVID RUTING:
Jaap en Gerard hadden voor woensdag afgesproken te
gaan vissen. Het was die woensdag niet bepaald mooi
weer, maar een buurman van Jaap verzekerde, dat de
vissen bij regenweer beter bijten, dus gingen de jon
gens toch maar op stap. Het regende niet alleen, maar
het woei ook flink. Op het mooie plekje van Gerard
zaten ze wel heerlijk beschut. Onder een wilgen
boom. De jongens zaten vlak naast elkaar. Kragen
hoog op. En dan maar turen naar de dobbertjes, die
achter het riet op het grauwe water dansten. Het wa
ter was zo wild, dat het soms net leek of je beet had,
maar als je ophaalde zat er alleen maar het deegje
aan de haak. Af en toe probeerden de jongens het met
een nieuw stukje brood, maar de vissen hadden zeker
geen trek. „Ik geloof, dat hier niet veel zit," zei Jaap.
„Mijn vader heeft er anders al wat uitgesleept," ver
dedigde Gerard de plek. En ze tuurden maar weer
naar de dobbers. Eindelijk begon het de jongens te
vervelen. Ze hadden al geprobeerd wat verder van de
kant in te leggen. Vlak achter het riet. Wat dieper.
Wat minder diep. Niets hielp.
„We gaan naar huis," besloot Jaap, „die boom gaat
ook doorlekken."
De jongens rolden de snoeren op. De hengel van Jaap
wilde niet los. „Even met z'n tweeën," zei Gerard. En
ze trokken. En ze draaiden. Het leek wel een wed
strijd, maar losgaan, ho maar! Toen, zoals dat natuur
lijk altijd gaat, schoten de stokken ineens los en tui
melde Jaap achterover in de laag hangende wilgentak-
ken. „Och, voor mij," riep Gerard en sprong op een
grote rups toe, die uit de takken op de grond viel.
„Ik heb 'm er anders uitgeschud," zei Jaap. „Voor ons
samen dan. We nemen 'm mee naar school." Ze ston
den vol bewondering naar de grote rups te kijken,
die een pijltje op het achterlijf droeg. Zij was groen
rups van een pijlstaartvlinder
Populieren pijlstaart
Dit is de vlinder die omstreeks
april of mei tevoorschijn komt uit
de pop van de grote rups die uit
de boom viel.
Walstropijlstaart
Het dier is pas uit de pop ge
komen en laat in deze stand de
vleugels „rekken" en „drogen".
pop van een pijlstaartvlinder
met gele streepjes. „Wat moet dat daar?"
Gerard liet van schrik de rups haast vallen, maar het
was „goed-volk". Frans, de grote broer van Jaap.
Frans had veel verstand van dieren. „Dat is een pijl
staart-rups," vertelde hij. „Kijk maar naar die pijl.
Deze rups kruipt straks de grond in om te verpoppen.
Dan blijft hij de hele winter als pop onder de grond
liggen. Pas in de volgende zomer, als de bomen weer
volop bladeren dragen, komt de pop uit. De vlinder
heeft dan nog geen mooie vleugels. Die vleugels han
gen als kleine gekrulde lapjes naast zijn lichaam. Na
dat de vlinder uit de grond gekropen is, gaat hij aan
(vervolg onderaan pag. 22)