(^NIEUWS
6
Zeesleephoot ..Schelde" met de
Potosé
Met deze reizen werd een wereldrecord gevestigd
en de prestaties van onze zeeslepers hebben in het
buitenland een bijzonder goede indruk gemaakt,
zoals mag blijken uit hetgeen in de Lloyd's List van
vrijdag, 15 mei 1908, werd gepubliceerd:
OPMERKELIJKE SLEEPREIS
„Vorige Zondag kwamen de beide zeesleepboten
„Schelde" en „Thames" van de Internationale
Sleepdienst Mij, respectievelijk met de baggermolen
„Shanghai" en de zuiger „Canton" op sleeptouw
te Shanghai aan. De totale afstand afgelegd van
Amsterdam tot de haven van bestemming, bedraagt
10.500 zeemijlen.
Tezamen met de reis met de baggermolens „Rhe-
nania" en „Colonia" door dezelfde sleepboten, be
draagt de totale afstand door deze twee vaartuigen
afgelegd met nagenoeg niet zeewaardige vaartuigen
op sleeptouw, 42.800 zeemijlen in een tijdsbestek
van elf maanden. D.w.z. slechts 400 mijl minder
dan tweemaal de omtrek van de aarde ter plaatse
van de equator.
Het valt te betwijfelen of ooit een andere zeesle
per een dergelijke prestatie heeft verricht.
Op de waarde van deze verrichting van beide sleep
boten en van hun kundige gezagvoerders en beman
ningen moet des te meer nadruk gelegd worden
vanwege het feit, dat door geen van de vier ge
sleepte baggervaartuigen een cent schade werd ge
leden.
Zonder twijfel zullen de zojuist aangekomen
„Shanghai" en „Canton" binnen een week hun ka
meraden, die in de herfst van vorig jaar het verre
Oosten bereikten, gaan bijstaan in het verrichten
van de werkzaamheden in de Shanghai-rivier. Er
behoeft nauwelijks aan toegevoegd te worden, dat
deze opmerkelijke verrichtingen zo voorspoedig
konden verlopen door de voortdurende zorg van de
zijde van hen, die de leiding hadden en dat een
grote dosis voorbereiding moest worden verricht,
voordat de reis kon worden uitgevoerd.
De Internationale Sleepdienst Mij. heeft reden om
trots te zijn op het werk, dat zij heeft verricht".
Na deze prestatie, die jaren lang niet werd over
troffen, deden de boten het wat kalmer aan en
sleepten zij lichters, sloopschepen en andere vaar
tuigen over kortere afstanden zonder dat noemens
waardige schade aan de gesleepte objecten werd
veroorzaakt.
In 1908 verloor de „Schelde" echter haar sleep.
Het beschadigde stoomschip „Kylerona" moest van
Trondheim in Noorwegen naar Sunderland worden
overgebracht.
De noodreparaties, die aan het schip waren ver
richt, begaven het gedurende de overtocht.
De „Kylerona" sloeg lek en zonk.
Een jaar later sleepte de „Thames" een klein dok
van Barrow naar Burutu, in 1912 twee dokken van
Flensburg naar Hamburg en het dok Soerabaja I
van Greenock door het Suezkanaal naar Soerabaja.
Het was de eerste keer, dat een particuliere sleep
boot een particulier dok door dit kanaal sleepte.
Voordien werd dit gedeelte van het transport door
de Suezkanaal Mij. verzorgd.
Vanaf het vertrek uit Schotland op 9 juli 1912 tot
de aankomst te Soerabaja op 19 november d.a.v.
werd 9025 mijl afgelegd en gebunkerd te Malta,
Port Said, Aden, Colombo en Sabang.
De tweede zeesleepboot, geheel door Wilton ge
bouwd, was de „Donau". In 1910 werd deze slechts
239 BRT grote zeesleper opgeleverd. Vergeleken
met de 1000 tot 1200 IPK van „Schelde" en „Tha
mes" was het vermogen van 600 IPK niet groot.
De hoogste snelheid, die bereikt kon worden was
een mijl minder dan die van haar grotere zusters.
Toch deed deze Benjamin niet onder voor de rest
van de sleepbootfamilie van de Internationale.
In 1912 sleepte zij gezamenlijk met de „Schelde"
tweemaal een 10.000 tons dok van Flensburg naar
Hamburg.
Aan het transport van ons dok 4 van Hamburg