HET DAGBOEK VAN DROPPIE
<D
VERZORGD DOOR HET KINDERBLAD „KRIS KRAS'' TE AMSTERDAM
NIEUWS
32
'Aueuoa^ o
ANNIE W1NKLER-VONK
Ik heb een eigen plank gekregen. Helemaal alleen
voor mezelf. Achter de bank staat-ie, rechtop in een
hoek. En die moet ik nu gebruiken om er „mijn
nagels aan te scherpen". Weer zo iets raars van de
mensen. Als een kat zich helemaal uitrekt en fijn
met al zijn nagels uit aan iets gaat krabben, den
ken ze dat je je nagels scherpt. Die zijn heus altijd
scherp genoeg, hoor. Maar we doen dat alleen om
het plezier van het rekken en om fijn al je spieren
los te maken.
Natuurlijk gebruikte ik daar altijd de achterkant
van een stoel voor. Die stoel is bekleed met dik
ribfluweel en daar gaan je nagels in of het koek is.
Ze blijven er fijn in hangen ook en dan trek je
hele pluizen mee en er komen gaten en scheuren
in de stof. Dat kan je als kat niets schelen. Als je
maar plezier hebt en je gezond en sterk voelt.
Maar denk je, dat mensen dat begrijpen? „Moet
die stoel nu helemaal stuk, beest?" vragen ze dan
kwaad. De vrouw heeft me zelfs een paar maal
een tik gegeven. Dan stoof ik weg, ging, om me
een houding te geven, mijn pootje likken en be
gon dan even later weer. Gewoon, omdat ik er
zin in had. „Mag niet, Droppie, wil je het laten?"
riepen ze dan weer.
En toen kwam van de week de baas thuis met die
plank. Die is van ongeschilderd ruw hout en ik
moet zeggen, je nagels gaan er fijn in en het is
een plezier om er gebruik van te maken. Daarom
neem ik tegenwoordig die plank maar, als ik weer
eens een rekbui krijg. Maar zij denken, dat ze het
(vervolg op pag. 33 onderaan)