EUROPESE KALEIDOSCOOP
Italië werd een industriële grootmacht.
(^|)NIEUWS
14
Wie Italië alleen maar als vakantieland ziet, als het
land waar bijna altijd de zon schijnt en een verre
gende en vermiezerde vakantie onmogelijk lijkt, zal
het misschien niet zijn opgevallen, dat dit land in
korte tijd een industriële grootmacht is geworden.
In onze verbeelding zien we Italië meestal als een
land waar veel armoede heerst - denk eens aan de
sloppen van Napels, aan de hoogvlakten van Zuid-
Italië, waar een boek als „Christ stopped at Eboli"
kon ontstaan -, waar de mannen óf schoorstenen
vegen óf ijsjes verkopen en de paleizen de mooiste
van de wereld zijn. Én de romantiek als een soort
nationaal produkt wordt gehanteerd.
Maar er is veel veranderd in Italië. Zeker, de ar
moede is nog niet overwonnen en de achterstand in
de woningbouw is nog groter dan bij ons, maar de
Italianen zijn hard bezig die achterstand op andere
Europese landen in te lopen. In tien jaar tijd heeft
Italië zijn industriële produktie kunnen verdubbe
len, een produktie, die mede dank zij moderne
vormgeving en lage prijs exportkanalen vond naar
alle delen van de wereld. Kantoormachines, auto's,
wasmachines, koelkasten, gereedschappen, schoenen,
damesmode-artikelen, speelgoed, schepen, chemi
sche produkten; met een wassende stroom van pro-
dukten klimt Italië hoger op de trappen van de
welvaart.
Wat is daarvan de oorzaak? Bij de beantwoording
van die vraag moeten we voorzichtig zijn. En ons
vooral niet schuldig maken aan dat schijnbaar zo
eenvoudige dat-is-oorzaak-en-dat-is-gevolg. In de
economie van een land spelen zóveel factoren een
rol dat men altijd met enig voorbehoud zijn con
clusies moet trekken. Wanneer we toch een poging
willen wagen dan moeten we in de eerste plaats
noemen het „arbeidsreservoir" in Zuid-Italië. Dat
begrip „arbeidsreservoir" is een modern woord voor
werkloosheid. We zullen niet twisten of het één
beter is dan het ander, maar het betekent in ieder
geval, dat de Italiaanse industrie, die aanvankelijk
zeer sterk in het noorden, maar nu ook in het zui
den tot ontwikkeling komt, voldoende arbeids
krachten had en heeft om te kunnen groeien. Een
andere reden, beter gezegd, een oorzaak zijn de
aardgasvondsten in de Po-vlakte geweest, waardoor
de industrie goedkope energiebronnen heeft. Goed
kope energie, goedkope arbeidskrachten, uitmunten
de ontwerpers en een gunstige conjunctuur, het zijn
belangrijke pilaren, waarop de industrialisatie van
Italië is gegrondvest.
Nog steeds stromen duizenden Italianen uit het
zuiden naar het noorden, naar de vleespotten van
de Po-vlakte. Daar is werk in overvloed, daar ma
ken zij kennis met totaal andere levensgewoonten,
want men moet goed bedenken dat het verschil in
levenswijze tussen de Noord-Italiaan en de Zuid-
Italiaan zeer groot is.
Eeuwenlange armoede en afzondering van de bui
tenwereld hebben de Zuid-Italiaan het stempel van
de lethargie gegeven. Plotseling worden ze in de
maalstroom van een moderne industriële wereld
geworpen met alle voordelen, maar ook met alle
nadelen van dien, zowel voor de man individueel
als voor zijn gezin. De Italiaanse regering poogt
hierin tegemoet te komen door omvangrijke wo
ning- en scholenbouwprogramma's, maar de aanwas
van arbeidskrachten uit het zuiden is zó groot dat
men er nauwelijks tegen opgewassen is. Het gaat
tenslotte om 80.000 mensen per jaar, die het zui
den verlaten om zich in Milaan of Turijn een
nieuw bestaan op te bouwen
Daarbij komt nog dat de meerderheid niet lezen
of schrijven kan. Sociale problemen zijn daarvan
het gevolg, waarvan men de omvang niet kan schat
ten. De ondernemingen zelf proberen ook een op
lossing daarvoor te zoeken door het geven van ele
mentair technisch onderwijs, maar het is wel dui
delijk, dat de zaken op grote schaal centraal moe
ten worden aangevat om een vakbekwame en ge-
emancipeerde arbeidersbevolking te scheppen.
Sociale problemen dus, problemen, welke mede een
gevolg zijn van een spectaculaire economische ont
wikkeling, die de lire tot een harde valuta heeft ge
maakt, een ontwikkeling ook, die heel wat Europese
ondernemers slapeloze nachten bezorgt. Neem de
Franse industrie van koelkasten bijvoorbeeld. Die
is overspoeld door het goedkopere Italiaanse pro
dukt, zo sterk zelfs, dat de Italiaanse import op
dit gebied 25 van de Franse produktie betekent.
En de gevolgen zijn niet uitgebleven: één Franse
fabriek van koelkasten failliet, één fabriek door een
Amerikaans concern opgekocht, één fabriek, die
ook andere produkten maakt, heeft haar koelkas
tenafdeling opgeheven, twee andere fabrieken heb
ben een groot deel van het personeel moeten ont
slaan en voor alle geldt dat de werktijden belangrijk
moesten worden ingekort. Nee, niet voor niets
heeft Italië de snelst groeiende export van alle
landen van de E.E.G. Of dit zo zal blijven is een
andere vjraag. Natuurlijk stijgen ook in Italië de
lonen, stijgen dus de arbeidskosten van het produkt
en daardoor de prijs van het produkt. Op een ge
geven moment zal er een evenwichtssituatie zijn
ontstaan en kan men de balans opmaken. Dan zal
men verheugd kunnen zijn, dat de armoede in
Italië is verdwenen, maar de man, die zijn onder
neming inmiddels in de concurrentie ten gronde
zag gaan, zal daar waarschijnlijk met gemengde ge
voelens aan denken