^|)NIEUWS
40
5. Het vooronderstelde nut, dat het uitgeven van
de enorme verscheidenheid in personeelsorganen moet
rechtvaardigen, is niet in geld uit te drukken. Hoe zou
u die nuttigheidsfactor willen omschrijven?
Inderdaad is het nut van een personeelsblad niet in
geld uit te drukken, maar dat nut is daarom niet
minder reëel. Als er in een groot bedrijf geen per
soneelsorgaan zou worden uitgegeven, dan zou men
dat zeker een gemis kunnen noemen. De uitgave van
een goed geredigeerd blad is tenvolle het geld waard,
dat er aan ten koste wordt gelegd.
6. Behoort een personeelsorgaan in de huidige of
in een eventueel toekomstige vorm tot een noodza
kelijk blijvend en onmisbaar geacht (hulp)middel
bij modern bedrijfs- en personeelsbeleid?
Dit meen ik met een volmondig „ja" te kunnen be
antwoorden.
7. Het is zonder meer duidelijk, dat verlangens van
een directie t.a.v. een in haar bedrijf uitgegeven per
soneelsblad, richtlijnen zijn voor de met de samen
stelling van het blad belaste personen en/of instanties.
Is er nu in het raam van deze verlangens nog iets te
zeggen, de nabije of de verder afgelegen toekomst ra
kende?
Een van de verlangens is wel, dat er meer door het
personeel zelf wordt geschreven, echter niet om het
orgaan als klachtenboek te gebruiken, want voor deze
dingen bestaan andere en betere instanties. Afge
zien van enkele gewaardeerde vaste medewerkers,
is het aantal, dat de pen voert ten dienste van
het W.F.-Nieuws, niet groot. De algemene klacht
is: „ik kan niet schrijven". Als het zó is, is het
geen bezwaar. De redactiecommissie maakt er dan
goed Nederlands van.
Trouwens het motto, waaronder het blad verschijnt,
luidt: „Orgaan van en voor het personeel van
W.F.". Dit impliceert toch wel duidelijk mede
werking.
8. Bij de ontwikkelingsgang van het personeelsblad
is het volgens sommigen noodzakelijk geworden de
vakman-journalist te introduceren bij het uitvoeren
van redactietaken. Men stelt het dan wel eens zó, dat
die vakman nodig is, zodra het redacteurschap een full
time-job is geworden. Daar, waar dit niet het geval is,
zou volstaan kunnen worden met een „goede plaats
vervanger" van de beroeps journalist.
Hoe is uw mening daarover?
De twee aanduidingen „vakman-journalist" en
„goede plaatsvervanger" zijn geen noodzakelijke te-
genstellingen, zoals in vraag 8 min of meer ligt
opgesloten.
Een buitenstaander kan zeker wel vakkundig over
een of ander bedrijf schrijven en dit gebeurt ook
wel. Hij is met vele zaken op de hoogte en kan
de mens en diens werk indringend genoeg voor
stellen. Wat hij echter aan echte vakkennis bezit -
waar moet ik zijn voor de juiste inlichtingen? hoe
zet ik het de lezers zó smakelijk mogelijk"voor?, -
geldt voor de „goede plaatsvervanger" in een be
drijf even sterk.
9- Men hoort wel eens de mening verkondigen, dat
het eindoordeel t.a.v. de inhoud van een personeels
orgaan beter na. het verschijnen dan vóóraf zou kun
nen geschieden, vooropgesteld dan, dat een directie
volkomen de kwaliteiten van de betrokken redactie
commissie of redacteur t.a.v. het redactiewerk kent.
Is hierover iets te zeggen?
Reacties na het verschijnen van een blad zijn altijd
een teken, dat het gelezen is. Op zichzelf is dit
prettig om te mogen constateren, want een orgaan
wordt uitgegeven om gelezen te worden. Toch zijn
er artikelen, die vóóraf het fiat van de uiteindelijk
verantwoordelijke persoon niet kunnen missen. Men
kan daarmede eventueel nare gevolgen voorkomen.
Achteraf zaken herroepen of rechtzetten is geen
prettige bezigheid.
10. In een agglomeraat van meningen en levensbe
schouwingen - zoals een groot bedrijf veelal is - valt
er niet op te rekenen, dat een personeelsblad, hoe
goed ook geredigeerd, overal en altijd met hetzelfde
enthousiasme door de personeelsleden van zo'n bedrijf
wordt ontvangen.
Ziet u dit als een onvermijdelijke tekortkoming of als
een onvermijdelijke handicap?
Kritiek is een gezonde stimulans om iets nog beter
te doen. Zelfs een negatief ingesteld mens kan nog
altijd een positieve bijdrage leveren, als hij,zijn
kritiek uit.
Men kan ten aanzien van deze vraag dan ook
niet van tekortkoming of handicap spreken. Wie
werkt, maakt fouten. Andermans kritiek kan hier
bij veel ten goede veranderen.
11. Stelt de éénwording van Europa bijzondere eisen
aan de inhoud van een personeelsorgaan?
Hierop kan bevestigend worden beantwoord. De ge
volgen van de eenwording van Europa zijn voor alle
werknemers van groot belang en voorlichting via
het personeelsorgaan is onmisbaar.