HET SCHOOLBOEK AANGEVULD IV
(Jf|) NIEUWS
De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de Europese
Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap
voor Atoomenergie (Euratom) hebben een parlement (het
Europese Parlement) en een drieledige regering (de Hoge
Autoriteit van de Kolen- en Staalgemeenschap, de E.E.G-
Commissie en de Euratom-Commissie)
Alles bijeen lijkt de Europese Gemeenschap op deze manier
een nieuw, groot Westeuropees land, dat niet, zoals zoveel
landen, is ontstaan uit oorlog en verovering, maar uit een
vrijwillig samengaan.
Wat gebeurt er allemaal in de Europese Gemeenschap?
Op die vraag is niet zo gemakkelijk antwoord te geven.
Of men zou moeten bedenken wat er allemaal in één van
onze zes landen gebeurt, en dan zeggen: dat zal dus ook wel
gebeuren in de Europese Gemeenschap.
Wat gebeurt er allemaal in Nederland of in België? Daar
wordt handel gedreven, daar zijn grote industrieën, daar
wordt gewerkt in de landbouw. Er zijn mensen bezig met
het vervoeren van produkten of met het produceren van
kolen of olie om de machines te laten draaien. Een lange rij
van beroepen zou er te maken zijn om op te sommen, waar
mee de miljoenen mensen in onze landen hun geld ver
dienen. Grote groepen zijn gepensioneerd, andere groepen
zorgen administratief ervoor dat die gepensioneerden hun
pensioen krijgen en dat ook verder de sociale verzorging
wordt voorbereid.
Het onderwijs neemt een grote plaats op de beroepenlijst in,
maar ook winkeliers en ambachtslieden, boeren en industrie
arbeiders zijn belangrijke groepen van onze bevolking.
De bedrijvigheid verloopt volgens een patroon van onder
ling overeengekomen voorschriften. Die voorschriften zijn
de wetten van het land: het verkeer houdt rechts; een deel
van het geld, dat iemand verdient is (in de vorm van
belasting) bestemd voor uitgaven ten algemene nutte, enzo
voort.
Een geordende maatschappij volgens dit patroon bestaat
in elk van de zes landen van de Europese Gemeenschap.
En naarmate de economische grenzen tussen de zes landen
vervagen, ontstaat ook steeds meer die ene geordende Euro
pese Gemeenschap. Ook in die Europese Gemeenschap vindt
men handel, landbouw, industrie, vervoer en andere vormen
van dienstverlening, alle volgens een geordend patroon. Ook
in die Europese Gemeenschap wetten, wetten die niet ge
maakt zijn alleen voor Nederland, of alleen voor België o!
voor Frankrijk. Maar wetten voor de hele Gemeenschap.
Waarop zijn de wetten van de Europese Gemeenschap geba
seerd? Ofwel - anders gevraagd -: wat is de Grondwet van
de Europese Gemeenschap? De grondwet van de Europese
Gemeenschap voor Kolen en Staal is het in 1951 gesloten
verdrag tussen onze zes landen waarbij onze Gemeenschap
werd opgericht. En de grondwet van de Europese Economi
sche Gemeenschap en van de Europese Gemeenschap voor
Atoomenergie zijn de in 1957 gesloten verdragen tussen
onze zes landen waarbij de twee nieuwe Gemeenschappen
werden opgericht.
Dus drie grondwetten? En is dat dan niet erg verwarrend?
Ja, er zijn inderdaad drie grondwetten, voor elke Gemeen
schap één. Maar gelukkig lijken die drie grondwetten - de
oprichtingsverdragen van de Gemeenschappen - nogal op
elkaar. De verwarring is dus niet al te groot.
Het E.G.K.S.-Verdrag, het E.E.G.-Verdrag en het Euratom-
Verdrag hebben gemeen dat het gaat om de mens, om de
inwoner van de Europese Gemeenschap. In de inleiding
van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeen
schap voor Kolen en Staal wordt al dadelijk gesproken ovei
„verhoging van het levenspeil". Het Verdrag tot oprich
ting van de Europese Economische Gemeenschap handelt
in de aanhef over „voortdurende verbetering van de levens
omstandigheden". En het Euratom-Verdrag spreekt in de
eerste zin van „de vooruitgang van de werken des vredes."
De Europese Verdragen, grondwetten van de Europese Ge
meenschap, hebben sterke sociale trekken. Het gaat erom
de welvaart te verhogen. Dat is het doel van de grotere
eenheid die men schept door de handelsbarrières tussen Ne
derland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Italië
weg te nemen. Maar niet alleen de handelsbelemmeringen
moeten worden weggenomen. Het verlagen van invoerrech
ten is op zichzelf niet voldoende.
Alle kanten van het economische leven grijpen tegenwoordig
zo in elkaar dat de Europese Verdragen beslist onvolledig
zouden zijn als ze alleen over verlaging van invoerrechten
zouden gaan. Bij verhoging van welvaart hoort ook dat er
vrije concurrentie kan zijn tussen de fabrikanten die op de
„Europese markt" wat hebben aan te bieden. En bij vrije con
currentie hoort weer dat er geen onderscheid wordt ge
maakt tussen Nederlanders, Fransen of Duitsers, Belgen,
Luxemburgers of Italianen. Zomin als er binnen één land
speciale voorwaarden zijn voor de inwoners van een be
paalde provincie, kunnen er binnen de Europese Gemeen
schap speciale voorwaarden zijn voor de inwoners van ieder
van de zes landen. Tenslotte zal de Nederlandse fabrikant of
winkelier, die zich in Milaan wil vestigen, door de Italiaanse
overheid niet op andere voorwaarden mogen worden toege
laten dan de Italiaanse fabrikant of winkelier.
En tenslotte zal de Belgische arbeider of employé zich voor
het aanvaarden van een werkkring even gemakkelijk van Bel
gië naar Duitsland moeten kunnen verplaatsen als van Ant
werpen naar Henegouwen. Nationale, economische bescher
ming zal uiteindelijk tot het verleden behoren.
Dat betekent dat Nederlandse en Belgische goederen en ar
beidskrachten de grenzen over kunnen als er elders in de
Gemeenschap meer kansen zijn - zoals er binnen een land
ruime verplaatsingsmogelijkheden zijn - en dat de man die
in een ander land van de Gemeenschap een bedrijf wil ves
tigen dat even onbelemmerd kan doen als de onderdanen van
het „eigen land" daarginds.
Meer mogelijkheden, ruimere armslag voor, zoals dat heet,
personen, goederen, diensten en kapitaal. En dat staat dan,
in artikelen uitgewerkt, in de Europese Verdragen die de
grondwet zijn van de Europese Gemeenschap.