Doop m.s. „Gorredyk"
(\J|) NIEUWS
44
Het m.s. „Gorredyk", in aanbouw voor de N.V. Neder-
landsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij Hol-
land-Amerika Lijn te Rotterdam, werd op 11 decem
ber door Mevrouw J. Knop-Groote Woortmann
gedoopt.
Na de naamgeving, die plaatsvond aan de Afbouw-
kade, werden de doopster en de andere genodigden
in de kantine van het Hoofdkantoor ontvangen
en door ons directielid, ir O. J. van der Vorm,
toegesproken.
In zijn rede bracht deze in herinnering, dat er geen
stapelloop aan de doop was voorafgegaan, daar
het schip in het bouwdok was gebouwd. Minder
spectaculair, maar van niet minder betekenis, blijft
de doop een gebeurtenis, die men in de scheeps-
bouwwereld graag laat voortbestaan.
Spreker wees op de nauwe verbintenissen tussen
rederij en scheepsbouw in het algemeen en in het
bijzonder tussen de H.A.L. en W.F.
De heer Van der Vorm hoopte, dat dit schip -
een product van vele duizenden uren samenwerking
tussen hoofd en hand zal voldoen en voor haar
rederij goede bedrijfsresultaten zal mogen opleve
ren, ook in deze - voor de scheepvaart - minder
gunstige tijd.
Tot de doopster, de echtgenote van ir Knop, Ad
junct-Directeur en Chef van de Afdeling Technische
Dienst van de H.A.L., richtte spreker een hartelijk
dankwoord voor haar medewerking en hij bood
haar als herinnering aan deze dag een geschenk aan.
Een der Directeuren van de H.A.L., de heer J. W.
Brand, dankte de directie van W.F. voor de vele
uitnodigingen, die voor hem het bewijs waren, dat
zij hier hartelijk welkom zijn.
Hij deelde mede, dat de „Gorredyk" de laatste van
de vier bestelde G-boten is. Aan de afwerking van
dit schip is de grootste aandacht besteed en met ge
noegen zag spreker terug op de prettige samen
werking tussen bouwwerf en rederij.
De heer Brand dankte mevrouw Knop voor haar
betekenisvolle medewerking, „want", zei hij, „door
de doop is de „Gorredyk" levend geworden."
Na beide toespraken zei mevrouw Knop, dat zij
vele doopplechtigheden had meegemaakt en had ge
hoopt, dat zij zoiets ook zelf nog eens zou mogen
doen. Zij zag deze eeuwenoude traditie als iets van
bijzondere waarde, „want", zei ze, „een schip is
meer dan een hoeveelheid staal."
Uit de Friese plaats Gorredijk was een deputatie
aanwezig. De woordvoerder van deze groep, de
heer Sj. van der Meulen, bood voor het zojuist ge
doopte schip een gezandstraald glasraam, vervaardigd
door de heer J. van der Meij, aan.