(^NIEUWS
^tssi&grr
Ewmtp&Egmm
een week hard werken komen zij thuis, vermoeid en
toch met een gevoel van grote dankbaarheid voor
eigen gezondheid, die hen in staat stelt dit werk te
kunnen doen. Zonder deze vrouwen en mannen zou
het onmogelijk zijn boottochten voor chronisch zieken
en invaliden te organiseren.
Veelomvattende organisatie.
Het schip vaart onder beheer van het Hoofdbestuur
van het Nederlandsche Roode Kruis, dat de zorg
draagt voor het vaste personeel, onderhoud, brand
stof, voeding en alles wat met het varen te maken
heeft. Rekening houdend met de bevolkingsdichtheid
krijgt elke provincie (Kring van het Rode Kruis) een
aantal vaarweken toegewezen. De grotere afdelingen
krijgen een of meer eigen weken ter beschikking; zo
heeft de Afdeling Rotterdam in 1962 twee vaarweken
gekregen in april en oktober, dus in totaal 140 bed
den, waarvan dan weer een aantal ter beschikking ge
steld wordt van omliggende, kleinere afdelingen.
Elk jaar stelt het hoofdbestuur de vaarprijs vast, die
door de afdelingen per patiënt betaald moeten wor
den. Voor de vrijwilligers wordt niet betaald. Een
week varen volbezet - en natuurlijk is er nooit een
leeg bed - kost een afdeling rond 8000 gulden.
Zodra het Hoofdbestuur de verdeling heeft gemaakt,
gaat de Kring of de Afdeling beginnen met de voor
bereidingen. De gang van zaken in - bijvoorbeeld -
de Afdeling Rotterdam is als volgt en in grote lijnen
gaat het elders op dezelfde manier.
De eerste taak is het aantrekken van de scheepsarts,
de vrouw of de man, die een weeklang directeur is
van het drijvend hospitaal en dus de medische ver
antwoording draagt. Meestal is het een huisarts, die
een week uit zijn praktijk breekt om deze toch wel
moeilijke taak op zich te nemen. Hij krijgt 70 pa
tiënten onder zijn hoede, die hij, misschien op één of
twee na, niet kent. Hij beschikt wel over medische
indicaties, verstrekt door de artsen, die deze patiënten
behandelen. De scheepsarts werkt met een staf van
verpleegsters, helpsters en helpers, die hij waarschijn
lijk niet kent, tenzij hij meerdere malen heeft geva
ren en toevallig mensen meekrijgt, die ook al eerder
gevaren hebben. Alles in de kleine gemeenschap van
dit schip komt aan op samenwerking in een goede
teamgeest, die door de scheepsarts moet worden aan
gekweekt en gekoesterd.
Als gasten aan boord.
Is eenmaal de scheepsarts gevonden, dan wordt in
overleg met hem een vaarprogramma ter goedkeuring
aan het Hoofdbestuur voorgelegd, dat, - gehoord de
nautische adviseur en de kapitein - zijn goedkeuring
eraan hecht, of wijzigingen aanbrengt. De volgende