een week vacantie door te brengen aan boord van de
„J. Henry Dunant", als gast van het Rode Kruis.
Voor velen is er maar één antwoord: „Ja, dolgraag en
wat heerlijk dat ik mee mag!" Er zijn er ook, die aar
zelen, of omdat er misschien een zekere angst voor
het onbekende is, öf omdat zij een bepaalde gêne
voelen, omdat zij ten gevolge van invaliditeit gehol
pen moeten worden bij letterlijk alles en dan nog wel
door vreemden. Deze angst en gêne zijn meestal wel
weg te praten door te vertellen over het schip en
vooral over hun medegasten en later, aan boord, is
dit alles snel vergeten. Want hoe begaan iemand ook
mag zijn met eigen lot, aan boord ziet hij toch nog
anderen, die er wellicht ernstiger aan toe zijn. Hun
moreel krijgt een duw omhoog en aan elkanders leed,
maar nog veel meer aan elkanders blijmoedigheid,
trekken zij zich op. Er is geen tijd voor kniezen of
treuren; altijd zijn er gangmakers om een mogelijke
inzinking te helpen overbruggen. De stemming is
voortreffelijk, men knoopt vriendschapsbanden aan
en men doet een weeklang vreugde, energie en le
vensmoed op, waardoor de dikwijls sombere toekomst
beter aanvaard en gedragen kan worden. Een week
lang de gehele dag echt vertroeteld worden en heel
speciaal verzorgd, bovendien langs Hollands mooie
landschap te glijden, liggend in bed en uitkijkend
door grote, brede ramen, elke dag en avond gezellige
en verantwoorde ontspanning te genieten en vooral
zich omringd te voelen door een schare van bezielde,
hartelijke mensen, die blij zijn dit werk te mogen
doen, geeft aan onze gasten zoveel mee, dat velen
bij het afscheid zeggen: „Nu kan ik er weer een jaar
tegen".
En de thuisblijvers?
Het tweede punt, dat naar voren gebracht moet wor
den, is de vacantie voor de huisgenoten. De verzor
ging thuis van chronisch zieken en invaliden legt een
zware belasting op het gezin en als dan de persoon
in kwestie een week met vacantie gaat, is het gezin
voor die korte spanne tijds ontlast van de zorg en dat
is op zichzelf al een soort vacantie.
Opofferingsgezindheid.
Dit in de wereld unieke werk doet het Rode Kruis
in Nederland, dankzij de financiële steun van zeer ve-
(jf|)NIEUWS
len, doch veel meer nog dankzij de opofferingsge
zindheid van de duizenden, die vrijwillig meewerken
en blijmoedig een deel van hun vacantie of vrije tijd
gebruiken om voor anderen iets te mogen doen.
De tot dusver geldende regeling met betrekking tot
het uitreiken van herdenkingsemblemen bij jubilea be
paalt, dat dit geschiedt na het bereiken van respectie
velijk een 25, 40 en 50-jarig dienstverband.
Dit heeft tot gevolg dat het vrouwelijk personeel,
waarvan de gemiddelde diensttijd nog geen vijf jaar
bedraagt (tegen ongeveer twintig jaar van het man
nelijk personeel) slechts zelden een herdenkingsem
bleem kan verwerven.
In verband hiermede is voor deze categorie van ons
personeel met ingang van 1 januari jl. een afzonder
lijke regeling in het leven geroepen.
Deze luidt als volgt:
Aan vrouwelijke personeelsleden zal respectievelijk
na het bereiken van een 10, 15, 25 of 40-jarig dienst
verband een speciale herdenkingsbroche worden uitge
reikt.
Deze broches variëren al naar gelang van de diensttijd
t.w.
jubileum broche
10 jaar goud
15 jaar goud met robijn
20 jaar goud met briljant
25 jaar goud met 2 briljanten
40 jaar goud met 3 briljanten
Zoals bij jubilea gebruikelijk zal ook in deze gevallen
een gratificatie worden gegeven alsmede een vererend
getuigschrift.
12