De eerste tewaterlating voor
Mevrouw
De Po us-Van ltterzon
zoals dit om ons heen wel gebeurt, maar het is
toch een teken aan de wand over de toestand in
de scheepsbouw, waarvan hij het volgende zei:
,,Ik wil hierbij duidelijk stellen niet te spreken na
mens de scheepsbouw in het algemeen, maar zuiver
de mening weer te geven, zoals die zich bij onze
werf heeft ontwikkeld. Wij hier geloven n.l. in vrije
concurrentie en menen, dat er voldoende sterke wer
ven in Nederland zijn om deze vrije concurrentie ook
te kunnen aangaan met andere. Wij menen, dat het
geen in vele landen gebeurt, n.l. het geven van sub
sidies, waardoor in feite kennelijk onrendabele be
drijven kunstmatig in leven gehouden worden, onjuist
is. Wij zien dan ook het feit, dat wij geen subsidie
krijgen, als een erkenning van de sterkte van het gros
der Nederlandse scheepsbouwers.
Dat deze zware concurrentiestrijd tot zeer lage prijzen
geleid heeft, is wel duidelijk en is, indien het uiter
aard niet te lang duurt, op zichzelf niet onoverko
melijk, alhoewel de grens van het mogelijke hierbij
gevaarlijk dicht genaderd is. Wij zien echter meer en
meer, dat kredietverlening hij aanbiedingen een steeds
belangrijker rol gaat spelen, waardoor naar onze
smaak soms commercieel niet te verantwoorden trans
acties worden aangemoedigd.
Het verzekeren van een dergelijk belangrijk krediet
risico is een taak van de staat, welke taak in vele
landen op soms wel buitengewoon royale wijze ver
vuld wordt. Wij menen, dat het jammer is, dat de
mogelijkheden van de Nederlandse scheepsbotav op
dit gebied zoveel beperkter zijn dan die van onze
concurrenten, temeer daar dit een risico is, dat geen
enkele particuliere maatschappij kan opbrengen en wij
hopen, dat hierin in de naaste toekomst nog eens
verbetering zal optreden. Eerst dan zal, onafhanke
lijk van het feit hoe wij over de kredietverlening
tegen zeer gunstige voorwaarden op zichzelf denken,
dit geen wezenlijk concurrentiepunt meer zijn"
W.F. steunt op drie pijlers.
Vervolgens wees de heer Meijer erop, dat onze on
derneming bepaald niet geheel van de nieuwbouw
afhankelijk is.
De N.V. steunt op drie pijlers. Eén - nü wel zeer
belangrijke - pijler is de scheepsreparatie. De tweede
pijler is de scheepsnieuwbouw en tenslotte is er de
afdeling Algemene Werktuigbouw met o.m. de ge-
schutsproductie, de bouw van voortstuwingsinstalla
ties, de apparatenbouw en het werk op nucleair ge
bied.
Zich richtende tot de doopster, dankte spreker
haar voor de medewerking en hij bood haar als
herinnering aan deze dag een armband aan.
Mevrouw De Pous sprak als niet-ingewijde haar be
wondering uit voor ontwerpers en bouwers van het
machtige bouwwerk, waaraan zij nu door deze doop
en tewaterlating ook een klein steentje heeft kun
nen bijdragen.
Vrolijkheid ontstond toen de doopster - sprekende
over scheepsbouwsubsidies - zei:
,,Mijn man zegt, dat de scheepsbouivers geen subsi
die willen hebben. Zelfs als belastingfaciliteit zouden
ze die niet aannemen"
38