Om u een beeld te geven van de activiteiten in de diverse sectoren van
ons bedrijf, volgt hierna een gedetailleerd overzicht. We beginnen met
ALGEMENE WERKTUIGBOUW
In verband met het toenemende en blijvende belang van activiteiten
buiten het directe terrein van de scheepsbouw en de reparatie, werd uit
de vroegere afdeling Machinebouw de afdeling „Algemene
Werktuigbouw" geformeerd. Deze afdeling omvat de gehele productie
van de machinefabrieken, de ketelmakerij, de gieterij en de smederij,
zomede de bouw van hoofdvoortstuwingsinstallades, zowel voor eigen
gebouwde schepen, als voor derden.
De afdelingen van de machinefabriek waren redelijk van werk voorzien.
Afgeleverd werden 3 Wilton-Fijenoord/M.A.N. dieselmotoren,
respectievelijk voor het m.s. „Grebbedyk" en het m.s. „Gorredyk", elk van
het type K8Z78/155C met 10400 apk en 1 voor het m.s. „Breacon Beacon"
van het type K 6Z78/140D met 7760 apk, benevens een 9-tal 250 kV A
dieselaggregaten, type G4V30/45 en G5V30/45.
De marine-geschutafdeling was goed bezet met opdrachten van de
Koninklijke Marine, w.o. de revisie van 57 mm, 12- en 15 cm geschut.
Na oplevering van de 230 stuks 40 mm luchtafweergeschut voor de
Koninklijke Landmacht aan het einde van 1961, was aanvankelijk een
teruggang in de werkbezetting van de betrokken afdeling
onvermijdelijk, daar de aansluiting op te verwachten revisie-opdrachten
van soortgelijk geschut niet gerealiseerd kon worden. Wel werden
opdrachten ontvangen voor de revisie van 25 pdr veldgeschut voor de
Koninklijke Landmacht. De overige capaciteit kon tijdelijk voor
opdrachten op ander terrein benut worden. Aan het einde van het jaar
werd wederom een goede werkbezetting verkregen door een opdracht
voor revisie van 40 mm geschut.
De afdeling Ketelmakerij en Apparatenbouw was goed van werk
voorzien: o.m. was de clean conditionsroom gedurende het gehele jaar
in gebruik voor het kernenergieproject Dragon.
De werkzaamheden ten behoeve van scheepsreparaties fluctueerden
vrij sterk gedurende het jaar, zodat de betreffende afdelingen daarvan
in sterke mate de invloed ondervonden.
De vernieuwing van het machinepark vond verdere voortgang, o.m.
werd in Machinefabriek I een grote nieuwe fundatie gelegd, waarop
inmiddels 2 moderne kotterbanken zijn geplaatst en in bedrijf genomen.
Bovendien werden de fundaties van nog 2 grote kotterbanken gereed
gemaakt voor de plaatsing der machines.
Een nieuwe, grote krukassenbank werd in bedrijf genomen.
De personeelsbezetting blijft nog steeds zorgen baren; het is bijzonder
moeilijk de gewenste aanvulling van vaklieden te verkrijgen.
De verhoging van de efficiency en de verlaging van de kosten zullen
nog veel aandacht vragen, terwijl ook aan het kwaliteitsaspect alle zorg
dient te worden besteed, teneinde de toenemende concurrentie in
voldoende mate het hoofd te kunnen bieden.
Door omscholing wordt getracht de kwantitatieve bezetting van de
machines te verbeteren. In dit verband mag ook genoemd worden de
oprichting van een speciaal in de Machinefabriek ondergebrachte
afdeling leerlingen, waarin onze 3e jaars leerlingen van de
bedrijfsschool hun practijkopleiding, die daarbij zoveel mogelijk
4