De kinderboot
"DE SPIN IS EEN HUISDIER"
i
zei Thomas
Dan zou de spin weer op haar pootjes gaan staan
en misschien ging ze wel een web maken.
Thomas had nog nooit gezien hoe dat gebeurde.
Hij dook weg achter de tafel.
Zo kon hij de spin goed zien.
Misschien moest hij wel een beetje geduld heb
ben want als de spin bang was, bleef zij zeker
lang „dood liggen". Thomas hield zich heel stil.
Hij dacht: „Deze spin heet Anna."
Het bolletje op de vensterbank stond ineens op
haar pootjes en was weer spin. En vlug begon die
spin weg te kruipen. Over het raam naar een
hoekje en in dat hoekje op en neer, steeds op en
neer. Naar boven, naar beneden, weer naar boven,
weer naar beneden.
„Nu zoekt zij een plekje voor haar web," fluis
terde Thomas. Hij wachtte, hij wachtte heel lang,
maar de spin maakte geen web. De ogen van
Thomas deden zeer van het strakke kijken. En
dan werd het nog donker ook. „Thomas, doe het
licht toch aan," zei moeder, „of weet je wat? We
doen het licht nog niet aan. We gaan in het don
ker bij de open haard zitten en dan spelen we „de
omgekeerde wereld".
„De omgekeerde wereld? Hè ja, moeder, maar
hoe is dat spelletje?"
„Heel gewoon, Thomas: moeders vertellen altijd
verhaaltjes, dat weet je. Wel, vanavond vertel jij
een verhaaltje. Dat is dus de omgekeerde we
reld." „Goed," zei Thomas.
Hij keek in het openhaardvuur en hij dacht na.
Maar er wilde geen verhaaltje in zijn hoofd
komen. Thomas dacht aan rovers, aan dieren en
aan Paulus de boskabouter, maar nee, nog kwam
er geen verhaaltje in zijn hoofd.
„Ik weet wel een raadsel, moeder."
Moeder wilde het raadsel graag horen en zij luis
terde aandachtig.