Zijaanzicht van een der hoofdmachines s.s. Atlas" Helaas waren de tijden ongunstig voor technische experimenten. De moeilijkheden met het Belgische deel van het Rijk noopten de Regering de finan ciële uitgaven tot een minimum te beperken. Toen Roentgen dan ook aanbood om voor een bedrag van 25.000,de machines van de „Atlas" binnen vier maanden bruikbaar op te leveren en het schip het snelste stoomschip ter wereld te maken, vermoedelijk door toepassing van zijn vinding juist op de „Heracles" toegepast, werd op zijn voorstel niet ingegaan. De „Atlas" werd in conservatie genomen en in 1832 op last van de Koning gesloopt. De machines werden echter te Amsterdam opgeslagen. Het doet reeds wonderlijk aan, dat de voortstu wingswerktuigen, die onbruikbaar waren verklaard, werden opgeslagen en een goed schip werd ge sloopt. Nog vreemder was de suggestie van de Regering - op 4 november 1832 gedaan - om de machines in de romp van de „Pylades", die bij „Fijenoord" lag, te doen inbouwen en dat schip als oorlogsschip in dienst te stellen. Inderdaad werden de werktui gen in 1833 voor 80.000,aan de N.S.M. over gedaan en vervolgens in het genoemde schip ge plaatst. Men kan zich niet aan de indruk onttrekken, dat, had men Roentgen de kans gegeven, de „Atlas" inderdaad een succes had kunnen zijn. De lange bouwtijd, de voortdurende strubbelingen tussen de contractanten en vooral het feit, dat door een ongelukkige samenloop van omstandigheden op het kritieke ogenblik het nodige geld ontbrak, hebben er toe bijgedragen dat een technische presta tie van de eerste orde een vroegtijdige dood stierf. Voor Gerhard Moritz Roentgen was het een van zijn grootste teleurstellingen. A. v. D. 12

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1963 | | pagina 14