ANNA
IS
WEER
THUIS
Na ruim een halve eeuw is een Nederlandse vrouw
weer in haar vaderland terug en zegt in haar ge
boortestad verwonderd: „De Beukelsdijk? Was die
er al in mijn tijd? Ik geloof van niet". - Na twee
en vijftig jaar zit ze aan het einde van 1963 weer
onder een Nederlandse kerstboom en als van ergens
het Stille Nacht klinkt, zal ze een traan in de ogen
hebben van ontroering. Dan zal ze denken aan haar
Griekse vrienden, die veertig jaar haar buren wa
ren en wanneer in het stadscentrum van Rotterdam
de kerstkrans wordt aangesneden en iemand schuift
een stuk op haar bord dan zullen haar tafelgenoten
misschien niet direct begrijpen waarom haar blik
afdwaalt en star blijft hangen op een punt, waar ze
de Koskakariannen en de Dabaniannen en al die an
deren ziet, van wie de meesten nu voor de een en
veertigste keer Kerstmis vieren zonder boom, zon
der krans, huiverend in de dunne zomerkleren en
nog altijd hopend op een brokje toekomst dat wat
vreugde brengt. Maar even later zal Anna Dendri-
nos-Strik uit de vluchtelingenwijk Dourgouti bij
Athene meezingen en de kaarsjes in de boom zul
len lichtjes slaan in de tranen, die een weg zoeken
langs alle rimpels in haar bruine gezicht. Want
Anna is weer thuis, Anna is weer in Rotterdam.
Waar moet ik beginnen wanneer ik het verhaal wil
vertellen van Anna Dendrinos-Strik, van wie ik in
tussen zoveel weet, dat overal eigenlijk het begin
van haar verhaal zou kunnen liggen. Maar neen,
ik neem u mee naar die eerste dag dat ik haar ont
moette, ik neem u mee naar de tweede oktober van
dit jaar, toen het asfalt hier en daar in de straten
van Athene week was geworden van de zon, die als
een enorme electrische kachel de hoofdstad van
Griekenland liet stoven in twee en dertig graden
Celsius.
2