De kinderboot
winter
Leonie Kooiker
Het beest is los, bet beest is los,
Het u'ilde winterbeest is los
En raast over de landen.
Het ijst verstijvend over 't bos,
De koude bijt met tanden.
En al wie buiten wezen moet,
In dikke jas en das en hoed,
Loopt beverig te schuiven.
En heeft onder zijn wintergoed
Een jasje aan van huiver.
Alleen de kinderen zijn niet bang,
Al blijft het dagen aan de gang,
Dat wind en sneeuwstorm loeien.
Ze gaan naar buiten, uren lang,
Om met het beest te stoeien.
Ze glijden op zijn gladde rug
En gooien al zijn sneeuw weer terug
In dikke zachte ballen.
Ze leren schaatsen, vliegensvlug
En zijn niet bang voor vallen.
Maar als het beest ons weer verlaat
En naar het barre noorden gaat,
Kan iedereen er tegen.
De mensen durven weer op straat
En mopperen op de regen.