over we iets willen uitweiden. Deze bewerking heet „vlamharden". Daartoe worden de rollen op een machine ge plaatst waarop ze langzaam worden rondge draaid. Afbeelding 2. Om de rol is op een slede, die op het bed van de machine heen en weer kan bewegen, een krans van branders ge plaatst en vlak achter deze branders een krans van watersproeiers. Afbeelding 3. Wanneer de branders ontstoken worden, wordt de rol, die dus langzaam roteert, over de gehele omtrek plaatselijk zeer sterk verhit. Afbeelding 4. Met behulp van een bepaald instrument „Mil- iiskop" „A" wordt de temperatuur van het ver hitte gedeelte optisch - electrisch gemeten. Wanneer deze temperatuur 880 0 C. bedraagt (de zgn. hardingstemperatuur) wordt door de watersproeiers water op het verhitte gedeelte gespoten, waardoor harding van het oppervlak van de rol optreedt. Tegelijkertijd wordt dan de slede waarop de branders- en sproeierskrans gemonteerd zijn, gelijkmatig langs de rol bewogen zodat op deze manier de rol over de gehele lengte gevlam- hard wordt. Hierbij moet steeds op de temperatuur gelet worden en de snelheid van de slede aangepast worden wanneer de temperatuur mocht stijgen of dalen. Uiteraard doen zich bij dit proces diverse pro blemen voor waaraan we in het bestek van dit verhaal echter moeten voorbijgaan. Eén enkel aspect verdient echter een toelich ting; n.l. het feit dat de afstand tussen bran der en roloppervlak over de gehele lengte van de rol dezelfde moet zijn. Aangezien de rollen kegelvormig zijn en de slede waarop de branders gemonteerd staan van 4. Het vlamharden van het cilindrische gedeelte. 5. Onze nieuwe grote slijphank in bedrijf. 6. Close-up van slijpbewerking. 7. Het frezen van de spiebanen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1964 | | pagina 8