Collegialiteit
Ook in onze vermaterialiseerde dagen blijkt gelukkig
telkens nog, dat begrippen als collegialiteit, menselijk
medeleven en gemeenschapszin niet geheel ten offer
zijn gevallen aan mechanisatie en televisie.
Aan dergelijke voorbeelden wordt uiteraard zo min
mogelijk in het openbaar ruchtbaarheid gegeven,
daar degenen, die wél doen, dit bij voorkeur in stilte
wensen te verrichten. Zij deden het immers spon
taan, als hun menselijke plicht, en niet om er een
applausje mee te verdienen, of een „plasdankje".
De begunstigden daarentegen voelen natuurlijk dik
wijls juist de oprechte behoefte in het openbaar van
hun grote dankbaarheid te getuigen.
Wij weten, dat ontroerende daden van collegialiteit
ook in onze W.F.-gemeenschap gelukkig geen zeld
zaamheid zijn. Telkens als wij weer zoiets zien of
horen, verwarmt het ons hart en vervult het ons met
blijde dankbaarheid. Maar juist omdat de „daders"
het niet „voor de tribune" deden, doch uitsluitend
in spontane menselijkheid en hartelijke kameraad
schap, hebben wij gemeend hiervan zelden of nooit
in ons blad melding te moeten maken.
Nu wij echter onlangs een dringend verzoek tot
plaatsing van een dankbetuiging, vergezeld van een
door diens even erkentelijke echtgenote gemaakt ge
dicht, ontvingen van een onzer werknemers, die in
uiterst moeilijke omstandigheden spontaan door een
tiental collega's prachtig „uit de brand" werd gehol
pen, willen wij, zonder namen of functies te noe
men, bij uitzondering hiervan gewag maken: tien col
lega's, die voor een aan de vooravond van zijn ver
huizing plotseling ernstig ziek geworden maat diens
nieuwe woning van onder tot boven schoon maakten,
compleet met witten, verven en behangen! En de
vrouwen van deze anonieme weldoeners zorgden op
de dag van de verhuizing voor een feestelijk bloemetje
in het nieuwe huis.
Het is goed, een enkele maal ook zoiets eens te ver
melden in ons blad:
Om ons eraan te herinneren, dat het gelukkig nog
bestaat.
En om anderen aan te moedigen
19