HET DRAAIORGEL Maar dan plots als een zucht Komt een vrolijk gerucht Het waait over de straten en stegen Het vloeit op het plein Als een koppige wijn En hier kan dan ook niemand meer tegen. In een vrolijke stoet Dansen de kinderen voorgoed In de ban van de juichende tonen De orgelman draait En de kinderstoet zwaait Met de zon op de blozende konen. Op z'n dooie gemak Krijgt hij geld in zijn bak Die orgelman, pet op zijn oren Met een sjaal om zijn hals Geeft hij graag nog een wals In het kinderrumoer haast verloren. Hij vertrekt met een groet Maar gevolgd op de voet Door Truitje en Jantje en Bettie Uit de verte klinkt dra Dan het orgel nog na Als de laatste gestrooide confetti. Als de torenklok slaat Is het stil nog op straat Zacht verklinkt er de gang van de uren Als de zon in zijn baan Naar beneden zal gaan Lijkt die stilte voor altijd te duren. Tekst: W. Damman Illustratie: Jenny Dalenoord Want het draaiorgel geeft Aan muziek wat hij heeft Van dieredomdom tiereliere Van dieredomdom Zegt de glimmende trom Om de kinders eens goed te plezieren. 30

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1964 | | pagina 32