AFSCHEID Komen aan het begin van de maand nieuwe werk nemers onze gelederen versterken, aan het eind van de maand is er vaak een afscheid. Een afscheid, dat soms zwaar valt omdat men vele jaren lang lief en leed in het bedrijf heeft gedeeld en men er als het ware mee is vergroeid. Door toevallige omstandigheden maakte ik 30 ok tober zo'n afscheid mee. Toen ik in de cantine van de Machinefabriek aankwam, was er al een groot aantal mensen aanwezig en hier en daar bemerkte ik een glimp van verbazing, waaruit je zou kunnen opmaken: „Gunst, een vrouw, wat heeft die daar nu mee te maken?". Dat wist ik zelf ook nog niet goed, maar wat ik wel heel zeker wist, was, dat ik de scheidende baas van de traceurs nog eens graag de hand wilde drukken. En dat wilden velen met mij. Door de opstelwedstrijd van het NIVE had ik nogal eens contact met hem en in zijn opstellen kwam steeds de belangstelling voor de mens naar voren. Dat dit in de praktijk ook zo was, bleek uit de woorden van de bedrijfsleider, die erop neerkwa men, dat niet alleen het werk voor deze baas be langrijk was geweest, maar veel meer de mens die dit werk moet verrichten. Die mens waardeert zo iets, al laat hij dit misschien niet zo gauw blijken. Daarom was het goed te horen, hoe een van de medewerkers naar voren bracht, dat deze baas niet slechts het werk had verdeeld en bevelen had ge geven gedurende 44 jaar, maar zowel naar boven als naar beneden voor iedereen een „wapenbroeder" was geweest. Vele cadeaus werden met grote warmte overhan digd en de baas vond het allemaal veel te erg. De gehele bijeenkomst heeft misschien drie kwartier geduurd, maar er zat voor maanden geloof in, dat de mensen beter zijn dan we vaak denken. Y. D. Vier werknemers, die reeds in september hun 40-jarig jubileum vierden, werden op 9 oktober j.l. door ir B. Wilton in de grote Directiekamer ont vangen in verband met het feit, dat het H.M. de Koningin heeft behaagd deze heren een koninklijke onderscheiding toe te kennen. Daar zij reeds bij hun jubileum zijn toegesproken door ir. A. Meijer, is het voor de heer Wilton moei lijk om niet in herhaling te vervallen. Natuurlijk is dit wel te ondervangen door een „vlucht" in de techniek, maar dit lijkt spreker toch minder plezie rig voor de aanwezige echtgenoten. Niettemin vindt de heer Wilton het een voorrecht om vandaag namens de Burgemeesters van Rotter dam en Vlaardingen deze onderscheidingen uit te reiken. Het verlenen van een onderscheiding geschiedt door H.M. de Koningin nadat de overheidsinstan ties hierover advies hebben uitgebracht. De onder scheiding wordt gegeven voor de plaats, die men in de gemeenschap inneemt, dus niet slechts voor het werk, dat men verricht, maar bovenal voor de wijze waarop men dit doet. In zo'n groot bedrijf als het onze, is het werken niet altijd zo eenvoudig en naast momenten van vreugde en enthousiasme zijn er ook veel en grote teleurstellingen. Maar zoals er geen zon is zonder de aanwezigheid van schaduw, zo ook is er in het leven geen vreugde zonder verdriet. Dit heeft men nu eenmaal te aanvaarden. En na tuurlijk komen deze tegenstellingen in een onderne ming soms scherp naar voren. Gelukkig vindt het goede toch vaak een beloning en daarom is de heer Wilton zeer verheugd om de bronzen medaille verbonden aan de Orde van Oranje Nassau te kunnen uitreiken aan de heren A. de Roode en W. Kremer, de zilveren aan de heer J. W. Kraaijeveld en de gouden medaille aan de heer J. den Bouw. Na het opspelden en het overhandigen van de draagmedailles is het even stil om de gevoelens te verwerken. Gelukkig komen bij een kopje koffie de tongen weer los en blijft men gezellig nog wat napraten. Y. D. KONINKLIJKE ONDERSCHEIDINGEN 9

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1964 | | pagina 11