UIT DE OUDE DOOS (55)
Tewaterlating van de Sembilan'
Op 17 april 1943 schoof de Italiaanse onderzeeboot
„Leonardo da Vinei" door de Indische Oceaan. De
boot, één van de sommergibili Oceanici (Oceaan-
onderzeeboten) was acht weken eerder met een ge
mengde bemanning uit een Duitse onderzeebasis in
Frankrijk vertrokken.
Met weinig enthousiasme had Tenente di Vascello
Gianfranco Gazzano, die het bevel over de onderzee
boot voerde, moeten accepteren, dat een aantal bond
genoten van de Duitse Marine aan boord van zijn
schip werd geplaatst.
Gedurende zes en vijftig dagen was zijn boot in actie
en had hij gespannen de horizon verkend, zonder
enig succes te kunnen boeken. Op 31° 30' zuider
breedte en 33° 30' oosterlengte kwam een grijsge
schilderd vrachtschip in zicht.
De „Leonardo da Vinei" ging tot de aanval over.
Het Nederlandse s.s. „Sembilan" van de N.V. Stoom
vaart Maatschappij „Nederland" voer in timecharter
bij het Britse Ministry of Shipping, en had sedert de
tiende mei 1940 reeds met meer dan honderdduizend
zeemijlen bijgedragen in de uiteindelijke geallieerde
overwinning.
Het was reeds bijna drie jaar geleden, op 27 april
1940, dat het schip voor het laatst de thuishaven Am
sterdam binnenliep. Op de beruchte vrijdagmorgen,
toen Duitse troepen ons land binnenvielen en vlieg
tuigen bombardementen uitvoerden en parachutisten
uitwierpen, werd de „Sembilan" in allerijl zeeklaar
gemaakt. Met spoed werd de vrachtvaarder geheel
grijs overgeschilderd; bewapening was echter niet
beschikbaar.
Gelukkig was het schip reeds eerder voorzien van
degaussing tegen magnetische mijnen, en spoedig
zou blijken, dat deze maatregel zijn nut zou bewijzen.
Om tien uur op de avond van zaterdag 11 mei ver
trok de „Sembilan" onder gezagvoerder S. Bakker
naar IJmuiden, waarna het schip, na de sluis te zijn
gepasseerd, een ongewisse toekomst tegemoet ging.
Duitse vliegtuigen hadden binnen en buiten de pie
ren, in de havenmond, magnetische mijnen gedepo
neerd om het uitvaren van onze schepen en het bin
nenlopen van geallieerde vaartuigen te voorkomen.
Veilig bereikte men de open zee.
Met een machine-installatie, die dringend voorzie
ningen behoefde, kon een hoogste vaart van 10j£
mijl worden gelopen, en tot zondagmorgen half ze
ven, verliep alles naar wens.
Op dat tijdstip kwamen echter twee Duitse bommen
werpers in zicht, en deze voerden elk, van ongeveer
honderd meter hoogte, twee aanvallen uit op het on
bewapende schip, dat door beurtelings achteruit te
S.s. Sembilan" - foto's archief W.F.
10