<5^ Ze zijn politie en brandweer bij elkaar Een leek «iet fe moet van goeden huize komen om net te doen of het je niets kan schelen. Er was plotseling een brand, van het ene moment op het andere. Groot alarm en je rukt uit, mét de andere vuurbestrij- ders van W.F. Het valt mee, deze reis, maar er is nogal wat na te blussen. Als alle slangen weer zijn opgerold maak je de balans op: vijf en negentig procent van de door vlammen bedreigde zaken konden worden behouden, maar wat was daar voor nodig Een intense inspanning, een strijd van vijf lange uren onder hoogspanning, een inzetten van alle krachten. Zonder enige overdrijving mag worden geconstateerd, dat drie, vier kerels in de meest letterlijke zin hun leven waagden om de vuurhaard zo dicht mogelijk te benaderen. Allen hebben als paarden gewerkt en mét succes. „Natuurlijk, Teun" Dat de Brandweer van WF onder die afdeling Beveiliging valt, had u al begrepen. Het lijkt mis schien even vreemd, dat de werksters ook onder Beveiliging vallen, maar ik heb dadelijk een mooi voorbeeld om het tegendeel te bewijzen. De ter- reindienst, de werfpostdienst, de brandweer, het schoonmaakbedrijf, de eigen rechercheurs - alle maal Beveiliging. Eigenlijk hoeft niemand te zeggen: „Voor hij der tien jaar terug hier kwam als hoofd van die Bevei liging werkte hij bij de politie, de heer Landzaad". Het is een wat overbodige mededeling voor de man, die iets langer dan vijf minuten met hem praat. Zijn stem verraadt hem al. De stem van een politie man uit de boeken van commissarissen, die u nog meer kunnen vertellen: zwaar, diep, getraind in een- gesprek als: „Natuurlijk Teun, je hebt niks ge daan, maar toevallig weten jij en ik dat je vorige week vijftien kilo koper bij je had, nou kom op, waar of niet?". En voordat Teun van zijn verwondering is beko men geeft hij toe en de zaak is „rond". In het hokje Koper - tien jaar geleden een gewild artikel dat aar dige prijzen opbracht. Er is wel eens een zwakke broeder geweest die een paar meter koperdraad om zijn middel draaide en daarmee aan het einde van de middag de poort uitging. Er is er ook wel eens een geweest, die werd gevraagd of hij even mee ging naar het hokje om zijn jas los te kno pen Fouilleren - het is een groots woord dat doet den ken aan grensovergangen. Maar de afdeling Bevei liging van WF heeft de ogen ook niet in de bin nenzak en aan die uitgangspoort worden elke dag wel een paar mensen er even uitgehaald. Daar hoeft geen mens met een goed geweten kwaad om te worden. „Het is een zuiver preventieve zaak, we willen „voorkomen", daar gaat het om, want Be veiliging is er om de mensen en de spullen op de terreinen van WF te beveiligen, te beschermen", zegt de heer J. van Vliet, sinds 1948 WF-er en sous-chef van Beveiliging. Natuurlijk, als je een hele dag stevig gewerkt hebt en ze halen je er bij de poort voor de derde ach tereenvolgende dag uit met de vraag of je even je tas wilt open maken en even je jas uitdoen - dan kunnen de krie bels wel eens over de rug lopen. „Moet je mij steeds hebben, be valt mijn gezicht je soms niet?". Zo'n vraag krijgt de man van Beveiliging dan voorgelegd en aan hem om de vragensteller uit te leggen, dat het zuiver toe val is, die derde keer. Even iets anders Tachtig man waken over die veiligheid van de zesduizend „inwoners" van het WF-dorp. Het zijn mensen die klaar staan wanneer er iets - laten we zeg gen - vermist is. Het zijn man nen die in een wip ter plaatse zijn wanneer er vlammen uit slaan. Het zijn degenen die niet alleen het onderzoek in stellen bij een bedrijfsongeval, maar die ook in staat zijn de man in kwestie de eerste hulp te ge ven. Het zijn de al of niet geüniformeerden die urenlang de ogen op steeltjes moeten hebben wan neer er gewerkt wordt aan een schip waarvan men weet dat er gas of olie in de tanks zit en wanneer er geen enkel risico genomen mag worden. Mannen die zo op het oog op dat moment het wellicht ge makkelijk hebben, maar die op dezelfde ogenblik ken een verantwoordelijkheid meesjouwen die te vlug kan worden onderschat. 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1964 | | pagina 3