„Het is echt wel even iets anders of je een brand
op een schip of in een huis moet bestrijden", zegt
de heer Van Vliet. „Geloof me, je moet bepaald
iets van een schip afweten, anders kun je beter thuis
blijven. En de mannen van onze brandweer wéten
van wanten. Ze zijn door en door getraind".
Men zou eigenlijk kunnen zeggen dat Beveiliging
bij WF doet wat een brandweer en politie samen
in een gemeente doen. Daar komt het wel op neer.
Want er wordt niet alleen gelet op de naleving
van het bedrijfsreglement, maar ook van de be
staande wetten, die net zo gelden buiten de poor
ten van WF. En het is dan ook wel gebeurd dat
er iemand werd aangehouden en overgegeven aan
de hulp-officier van Justitie, in dit geval de com-
misaris van politie. In het onderzoek dat dan volgde
werkten de rechercheurs van Beveiliging zeer nauw
samen met de politiemensen „van buiten". Wel een
bewijs, dat Beveiliging ook voorbij de portier wordt
erkend.
De plaatjesplakker
Natuurlijk, de taak van Beveiliging is dus het be
schermen van WF-mensen en WF-dingen, om het
zo maar eens te zeggen. „Maar denk erom, dat de
beveiliging van de morele eigendommen zeker even
belangrijk is", zegt de heer Landzaad.
Zullen we eens een paar voorbeelden geven? Situa
ties, die iedereen herkent, maar die men niet in een
krant of tijdschrift vermeld vindt. Waarom niet,
vraag ik me af. Moeten we die werkelijkheid uit
de weg gaan? Ik dacht van niet.
Plaatjes ophangen het is een bezigheid die men
in elke werkplaats, in elke fabriek, in elk kantoor
tegen komt. Bij een telefoniste zijn het misschien
de briefkaarten die de collega's en kennissen stu
ren vanuit hun vakantieadres. Bij de mannen zijn
het soms plaatjes, die veelal Amerikaanse kalenders
meedragen. Niets bijzonders, zult u zeggen.
Akkoord, maar er zijn wel eens plaatjes bij, waar
van men toch in gemoede zegt: Wel jongens, moet
dat nou?
Dat zei ook iemand van Beveiliging. „Die moet je
thuis ophangen", stelde hij voor. „Ja, bij mijn
vrouw zeker, doe niet zo mal", was het antwoord.
„Wil je dan even denken aan de vrouwen die hier
de zaak schoonmaken", zei de man van Beveili
ging. De plaatjesplakker probeerde met een grap
de zaak weg te werken, maar de Beveiligingsman
zei: „Moment vriend, weet jij hoeveel vrouwen hier
werken om hun zoon te kunnen laten studeren?
Als je dat plaatje thuis niet voor je vrouw wilt
opplakken moet je het hier ook niet doen".
Kijk, en dan het plezierige. Denk niet dat de plaat-
Bescherming van personen en bezittingen" - de
hoofdtaak van de afdeling Beveiliging. Dat betekent
o.a. dat aan boord van vele schepen die men op de
werf van 1V.F. onder handen heeft, een man van de
Beveiliging aanwezig is.
De heer van Vliet, sous-chef van de afdeling Be
veiliging, leert de jongens van de Bedrijfsschool hoe
een brand bestreden wordt. Punt één daarbij is het
uitrollen van de brandslangen
jesplakker zich beledigd voelde. Denk niet dat hij
vond een „preek" ondergaan te hebben. Hij keek
de ander aan en zei: „Je hebt gelijk, zo had ik het
nog niet bekeken, neem me niet kwalijk en laten
we er niet meer over praten".
De prenten zijn verdwenen. De Beveiligingsman
was niet voor dit soort karweien opgeleid. Hij wist
van verband aanleggen, van brandslangen uitrol
len, van verbalen schrijven. Maar dit was zijn „bij
komende taak" en ook die voerde hij naar wat
men dan noemt een succesvol einde.
„Straks Jan"
Als ik nu nadenk over mijn gesprek met de heer
Landzaad, dan schiet mij nog iets te binnen, wat
2