dacht vroegen, dat de Ideeënbus er een beetje bij
ingeschoten is. Niet vergeten, neen, neen, maar zo
als gezegd: wat bij ingeschoten. Dat bleek toen
iemand een beloning voor zijn idee kreeg. Vier jaar
was het idee al in de praktijk toegepast en de man-
met-het-idee was net met pensioen.
Dat kan gebeuren in een dorp van zesduizend men
sen. Daar vergeet de gemeentesecretaris wel eens
iemand met een baby te feliciteren, maar daar ziet
net zo goed de plaatselijke politieman wel eens een
kleine overtreding door de vingers. Omdat elke
medaille twee kanten heeft.
Voldoening
Goed, daar zit ik dus, tegenover ir Hielckert en ik
vraag hem: Meneer Hielckert, wat is nu de bedoe
ling van de Ideeënbus, die men sinds midden vorig
jaar weer nieuw leven heeft ingeblazen?
De heer Hielckert hoeft er niet over na te denken.
Hij zegt meteen: ,,De bedoeling is dat een zo groot
mogelijk aantal mensen gaat meedenken, hetgeen een
tweeledig voordeel heeft. De mensen krijgen, als hun
idee wordt aangenomen een beloning en vergeet ten
slotte ook niet de voldoening wanneer men zijn idee
ziet uitgevoerd."
En voor het bedrijf? „Voor het bedrijf is de pret
tige kant dat we hopen dat door het meedenken een
groter aantal mensen zich medeverantwoordelijk gaat
voelen voor de prettige sfeer en de goede gang van
zaken en het is natuurlijk plezierig wanneer het be
drijf aan een idee wat verdienen kan. Want daarom
zitten we toch allemaal hier, nietwaar?".
Iedereen
Nu heb ik een idee en ik werk bij W.F. Waar kan
ik mijn idee dan kwijt?, wil ik weten.
„Bij alle uitgangen staan Ideeënbussen", zegt de
heer Hielckert. „Maar ons bereiken net zo goed
ideeën via de interne post. Er zijn bijzonder goede
ideeën bij. Vergeet niet, dat er al beloningen van
honderd en tweehonderd gulden zijn gevallen.
Bij die beloning van tweehonderd gulden moest de
prijs door twee man gedeeld worden, omdat ze sa
men het idee hadden ingediend, maar dat ene „plan"
werd toch met dit bedrag beloond".
Zijn er maanden waarin men meer ideeën produceert,
al of niet in de Ideeënbus, dan in andere maanden,
vraag ik.
„Jawel, tegen kerstmis en voor de vakantie, dan
komen de meeste ideeën binnen", hoor ik. Aha.
denk ik, de slimmerikken, twee tijdstippen waarop
iedereen wel een extra centje kan gebruiken.
„En wat voor ideeën dient men het meeste in", in
formeer ik dan.
„Negentig procent ligt op het technische vlak",
zegt de voorzitter van de Ideeënbuscommissie.
„Bijna alle ideeën komen uit de werkplaatsen. Dat
is jammer genoeg. Wanneer men aan de Ideeënbus
denkt, dan denkt men tegelijk aan een werkplaats.
Dat is natuurlijk volstrekt overbodig. Iedereen kan
ideeën inzenden. - Luister", zegt de heer Hielckert,
„natuurlijk zijn er mensen in ons bedrijf die ge
woon als baan hebben om slimme dingen te beden
ken. Als zij die inzenden, wordt dat idee natuur
lijk niet beloond. Het is de mensen hun vak, ze
worden er voor betaald. Maar er zijn zoveel dui
zenden anderen, die hier ook werken. Van wie we
bijvoorbeeld graag eens wat meer zouden zien?
Van het hoofdkantoor, van onze beambten".
Soms simpel
Ik zit wat na te denken over de dingen die ik hoor.
Ir Hielckert heeft me gezegd, dat de mensen een
prettiger arbeidsplaats kunnen krijgen wanneer er
meer ideeën worden ingediend. Ik wil er graag
meer van weten en vraag hem er naar.
„Kijk, als ergens dingen zijn die de mensen niet
bevallen, dan wordt het dikwijls gezocht in het
persoonlijke vlak", zegt hij. „En het moet juist dik
wijls gezocht worden in het zakelijke vlak. Soms
kan een simpele verandering in het werk een zeer
goed idee zijn, een beloning waard en de hele om
geving van de ideeën-maker werkt er prettiger
door. Het is een kwestie van „erop komen", want
tot dan had niemand dat idee gehad".
Niemand weet alles
Elke maandagmiddag zit de commissie, die de
Ideeën bij W.F. bekijkt, bij elkaar, rond de tafel
bij de heer Hielckert. Behalve voorzitter en secre
taris zijn daar vertegenwoordigers uit de afdeling
werktuigbouw, nieuwbouw, reparatie en bed rij fs-
dienst. De secretaris krijgt de ideeën voorgelegd,
hij gaat er mee naar de betrokken afdelingsvertegen
woordiger waar het idee helemaal wordt uitgezocht en
dan komt het idee in de vergadering. Alles wordt dus
heel precies bekeken.
„Het komt ook dikwijls voor dat men zijn idee al
met zijn baas heeft besproken en geprobeerd",
hoor ik van ir Hielckert. „We hebben ook eens
een heel goed idee gehad van een man, die het
moeilijk vond om zijn plan onder woorden te
brengen. Hij besprak het met zijn baas en die
schreef het ons toen".
Ja, er zijn mensen - natuurlijk - met wat drempel
vrees. Wie weet is er hier of daar ook wel een baas
die het niet zo geweldig prettig zou vinden wan
neer een van zijn mensen een idee heeft. Dat had
hij toch moeten krijgen, als baas
Neen, daar ben ik nu wel achter gekomen, dat is
niet zo. „Niet iedereen kan alles weten, een baas
ook niet", zegt de heer Hielckert. En de man on
der de baas, die bijvoorbeeld dag in dag uit aan de
bank staat, hij kent de bank beter dan wie ook,
8