dergelijk schip. De eerste bouwer van deze sche
pen was een Nederlander, Cornelis Drebbel.
De admiraal had ook nog ergens gelezen over
iemand aan de kust van Zeeland, die een on
derzeeboot begon te bouwen om daarmee Napo
leon van Elba te bevrijden, maar toen het schip
klaar was, bleek Napoleon inmiddels gestorven
te zijn.
Met een droog-komische blik in de richting van
minister P. J. S. de Jong zei de admiraal, die
voorgaf weinig van onderzeeboten te weten, de
Winkler Prins erop nageslagen te hebben om
hier vandaag iets te kunnen vertellen. Hij had
daarin gelezen in een artikel van de hand van
de vroegere luitenant-ter-zee P. J. S. de Jong,
dat een onderzeeboot een oorlogsschip is, spe
ciaal gebouwd om onder water te varen. „En
dat wist ik toen al weer", zei de admiraal.
Waarop de minister bijkans dubbel sloeg van de
lach en alle aanwezigen, van hoog tot laag, in
uniform of in burgerpak, de cantine deden da
veren van hun vrolijkheid. Die vrolijkheid steeg
ten top toen de admiraal zich kort daarop ver
sprak en onderwater „voortplanten" zei, terwijl
hij „voortbewegen" bedoelde. Toen was het
vrolijkheidshek eerst recht volledig van de def-
tigheidsdam.
„Ik zal van de duikers nu maar afstappen.
Trouwens, ik moet binnenkort nóg een onder
zeeër tewaterlaten en ik kan dus mijn kennis
over dit soort schepen niet in deze bijeenkomst
allemaal tegelijk luchten."
Tenslotte haalde vice-admiraal Cool de 85-
jarige Schout-bij-Nacht b.d. D. Scalogne, die de
eerste onderzeeboot, Hr. Ms. O.I, heeft mede
gemaakt, naar voren. Deze greep de gelegenheid
aan o.a. te memoreren, dat het hem indertijd
nog gelukt was de Koninklijke Maatschappij
„De Schelde", alwaar de O.I. is gebouwd, te
laten opdraaien voor de vervanging van de
periscoop, die door een of andere oorzaak krom
was geworden.
Uiteraard was de erewijn inmiddels geserveerd
en tot slot van de bijeenkomst verenigde het
gezelschap zich aan een koude lunch, waartoe
een reeks fraai en feestelijk opgemaakte scho
tels, die ieders bewondering afdwongen, gereed
stond.
Ook de drie kinderen van het echtpaar De Jong
woonden deze feestelijke tewaterlating bij. Zij
hadden hiertoe vrij van school gekregen. Dat
mocht dan ook wel, want het gebeurt niet elke
dag, dat je moeder een schip tewaterlaat; en
dan nog wel ééntje van een soort, waarop je
vader 12 jaren heeft gediend!
ExcellentExcellentie"
De belangstelling voor deze tewaterlating was
zó groot, dat een gedeelte der genodigden moest
worden ondergebracht in de cantine Kop ha
ven, waar zij via een omroepinstallatie de toe
spraken konden volgen.
Mevrouw en minister De Jong hebben, in gezel
schap van de heer Wilton, ook nog een bezoek
aan deze cantine gebracht, waar de minister een
korte toespraak hield.
Dit bezoek werd hier zó gewaardeerd, dat een
sergeant-majoor spontaan naar voren stapte en
geestdriftig: „Excellent, Excellentie" tot de mi
nister zei. Hetgeen de laatstgenoemde lachend
accepteerde.
Technische gegevens.
De „Potvis" is ruim 78 meter lang; de breedte
bedraagt bijna 8 meter en de gemiddelde diep
gang bijna 5 meter; de standaard-waterverplaat
sing is 1190 ton. De voortstuwing boven water
geschiedt door twee dieselmotoren, elk van 1550
pk., die het schip een maximum snelheid van
l4Vi m;jl per uur geven; onder water wordt het
schip voortbewogen door twee electro-motoren,
elk van 2200 pk., die een maximum snelheid
van 17 mijl per uur kunnen waarborgen. De be
wapening bestaat uit 8 lanceerbuizen van 53 cm.
De bemanning telt 67 koppen. Kn.
6