■I
mededelen, dat heer H. W. G. Hoek, vice-voor-
zitter van de Maatschappij voor Nijverheid en
Handel, wegens plotselinge ziekte niet aanwezig
kon zijn en hij wenste hem van harte beterschap.
Nadat de heer Wilton o.a. iets verteld had over
de Japanse scheepsbouw in het algemeen en de
Japanse mentaliteit in het bijzonder - waarvan de
Een zeer bizonder flesje.
Europeanen heel wat kunnen leren gaf hij het
woord aan Peter Piekos. Deze bleek een goed gast
heer te zijn, want hij had voor één van de jubila
rissen een fles Amsterdams water meegebracht!
De vele grappen kwamen met zoveel humor over
het voetlicht, dat oud en jong vol aandacht waren.
Dat de „reebruine ogen" van de Selvera's nog steeds
"in" zijn, bleek uit het enthousiaste applaus.
Na de pauze kwam de heer Verwaayen aan het
woord, die via de maan, telescopen en raketten ten
slotte bij de belangrijkheid van jubilea belandde.
In de persoon van de heer Hartman dankte de
heer Verwaayen de jubilarissen voor hun bijdrage
in de welvaart, die zij - misschien onbewust - mee
opbouwen. Ook de dames werden hierbij betrok
ken, omdat zij op de achtergrond toch de stimu
lans vormen voor de man.
De heer Hartman ontving het diploma en dankte
de heer Verwaayen voor zijn vriendelijke woorden,
reebruine ogen"
De heer Hartman (l.) neemt van de heer Verwaayen
zijn getuigschrift in ontvangst.
7