uitvoering van Petroesjka door het Nederlands Ballet in 1957 foto Maria Austria om het libretto voor een ballet te schrijven waarin Petroesjka de hoofdfiguur zou zijn en waarvoor Strawinsky de muziek zou compo neren. Dit was een kolfje naar de hand van Benois, want als kind was hij altijd al dol geweest op de poppenkast. Hij had als jongen van tien jaar een marionettenthea ter gehad, waarvoor hij de verha len zelf schreef en ook de poppen zelf maakte en beschilderde. Voor het nieuwe ballet verzon hij drie hoofdfiguren. Allereerst Petroesjka, dan een bal lerina en als derde een moor. Deze drie figuren zouden dan pop pen zijn, door dansers uitgebeeld. Deze drie poppen zijn het eigen dom van een tovenaar, die met zijn poppenkraam op een kermis staat in Sint Petersburg. Maar de poppen zijn niet he lemaal poppen. Ze hebben mense lijke gevoelens. Petroesjka bijvoor beeld, is verliefd op de mooie bal lerina. Zij wil echter niets van hem weten, want zij is verliefd op de moor. En de moor, zullen jullie nu vragen. Wel, de moor houdt alleen van zich zelf. Je begrijpt dat er nu tussen deze poppen, die voelen en denken kun nen als mensen, iets heel ergs gaat gebeuren. Als het doek op gaat zien we een heel kleurig en vrolijk tafreel, ker mis in Sint Petersburg, met aller lei bezoekers die vrolijke dansen uitvoeren. Links op het toneel zien we de poppenkraam van de tove naar met drie kamertjes erin waar we Petroesjka, de ballerina en de moor in zien zitten. In het volgende bedrijf zijn we dan in het kamertje van de moor. We zien hem op een divan liggen en spelen met een cocosnoot. Hij werpt hem in de lucht en vangt hem op en knielt er tenslotte voor neer. Hierna gooit hij de noot stuk en kijkt nieuwsgierig naar wat er in zou kunnen zitten. Op dat moment komt de ballerina binnen en begint met de moor te dansen. Ook Petroesjka verschijnt en dan begint het drama. Petroesj ka is jaloers en er ontstaat een ge vecht tussen hem en de moor. Al vechtende vluchten ze de ka mer uit en komen zo met z'n drieën op het kermisplein. Dan gebeurt het verschrikkelijke, de moor trekt zijn mes en steekt Petroesjka dood. Alle kermisvier- ders staan nu verslagen om de stervende Petroesjka. Hierop ver schijnt de tovenaar en verklaart de mensen dat het allemaal maar spel was, omdat Petroesjka geen mense lijk wezen is, alleen maar een pop. Hij neemt Petroesjka op en ziet, uit het lichaam stroomt geen bloed, alleen maar zaagsel. Doch op dat moment verschijnt de geest van Petroesjka boven de poppenkraam en maakt wanhopige gebaren, vol verwijt in de richting van de to venaar. De première van dit ballet vond plaats in 1911 in Parijs en had een enorm succes. In de eerste plaats door de fantastische dansers die het dansten. De hoofdrol werd gedanst door Nijinsky. Er wordt wel eens gezegd dat hij de beste danser is geweest, die ooit geleefd heeft. Ikzelf heb hem nooit gezien. Hij heeft niet zo heel lang gedanst, want op zijn 28e jaar is hij geestes ziek geworden en is hij nooit meer opgetreden. Hij stierf in 1950, maar hij leeft nog steeds voort in de herinnering als de grootste dan ser van zijn tijd. INDRA KAMADJOJO 22

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1965 | | pagina 24