Waarom productiviteitsverhoging
en in 1865 mede-vennoot werd. Vandaar de
naam.
Na de oprichting van haar eerste scheepswer
ven in Refshaleoen, konden in 1874 de eerste
twee nieuwbouwschepen gelijktijdig tewater
worden gelaten. Bij de eeuwwisseling hadden
Burmeister Wain pl.m. 1600 man in dienst.
Hierna brak het tijdperk van de dieselmotoren
aan. Onderhandelingen met Diesel hadden tot
resultaat dat zij de octrooirechten voor diesel
motoren voor Denemarken wisten te verkrijgen.
Zo werd dieselmotor no. 1 in 1904 afgeleverd,
en na 40 jaar onafgebroken trouwe dienst in
1943 weer naar haar uitgangspunt terugge
bracht.
Een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van
B W, en van de dieselmotor in het bijzonder,
was de inbedrijfstelling in 1937 van de grootste
dieselmotor van de wereld. Ze was door B W
gebouwd, had een capaciteit van 22500 PK en
deed dienst in het H. C. 0rsted electriciteitsbe-
drijf bij de Zuidhaven in Kopenhagen.
Wel een groot verschil met de 25 PK diesel die
in 1904 door hen gebouwd was.
Talrijke electriciteitsbedrijven zijn momenteel
voorzien van B W motoren.
Sedert kort heeft B W zich ook op de fabri
cage van ketelinstallaties toegelegd, welke o.a.
aan die krachtcentrales geleverd worden, die
om een of andere reden liever stoomkracht ge
bruiken, zoals b.v. de Skaerbaek Works bij Kol-
ding Fjord.
Ook de Deense Spoorwegen hebben aan B
W opdrachten verstrekt: zo werd de eerste ge
heel Deense locomotief in 1871 door hen ver
vaardigd.
In september 1951 werd de eerste door B W
opgeladen tweetaktmachine gedemonstreerd,
waarna van de East Asiatic Company en door
A. P. Moller belangrijke opdrachten werden
ontvangen voor de levering van deze nieuwe
machines.
Met de vervaardiging van de opgeladen scheeps-
dieselmotoren heeft B W zich een vooraan
staande plaats op de wereldmarkt veroverd.
In de achter ons liggende jaren, en nu misschien
meer dan ooit, hoort men steeds weer spreken
over de noodzaak van productiviteitsverhoging.
Lang niet iedereen is echter overtuigd van die
noodzaak. Vaak ook wordt productiviteitsver
hoging verward met productieverhoging, het
geen een geheel ander begrip is.
Productieverhoging is vaak eenvoudiger te be
reiken dan productiviteitsverhoging. Door uit
breiding van het productieapparaat en het aan
trekken van nieuwe arbeidskrachten kan b.v.
productieverhoging worden bereikt.
Voor productiviteitsverhoging is echter veel
meer nodig. Om dit te bereiken zullen we op
de eerste plaats allemaal, van hoog tot laag in
het bedrijf, van de noodzaak overtuigd moeten
zijn. Vaak staat men uit historisch wantrouwen
negatief tegenover dit begrip. Nog te vaak is
men de mening toegedaan, dat productiviteits
verhoging over de ruggen van de arbeiders
moet worden gerealiseerd. Dit misverstand be
staat heus niet alleen bij de werknemers. Nog al
te veel hoort men werkgevers verwijten richten
tot hun werknemers over hun arbeidsprestaties;
verwijten die niet altijd ongegrond zijn, maar
die tevens een falen van de leiding aantonen.
Hoe kunnen we dan wel komen tot productivi
teitsverhoging
In de eerste plaats door verbetering van de be
drijfsorganisatie, waardoor storingen in de pro
ductie en wachttijden tot een minimum worden
beperkt. Hier ligt o.i. een taak voor die functio
narissen in ons bedrijf die hiermede belast zijn.
In de tweede plaats door verbetering van de
productiemethoden. Dit vraagt, naast de mede
werking van ons allen, vaak ook grote bedra
gen aan investeringen. Het is n.l. vaak noodza
kelijk verouderde machines door meer moderne
te vervangen.
Nu nog iets over de noodzaak van productivi
teitsverhoging. Ondanks het feit, dat er in de
na-oorlogse jaren reeds veel is verbeterd aan de
positie van de werknemers, leven er nog vele
wensen. We denken hierbij primair aan de be
loning, maar ook op het secundaire vlak heb
ben we nog verwachtingen. We denken hierbij
7