en moest naar Amsterdam worden gebracht. De Harmonie ging aan boord en speelde de hele tocht over de Noordzee op weg naar Amsterdam. Alles deed op een gegeven moment mee aan een polo naise. Ministers en directeuren, genodigden en men sen van het schip, het was geweldig". Ineens zei de penningmeester van de Harmonie, de heer L. Boer, die naast me zat: „Eén naam, man nen, die mag niet vergeten worden, die van D. den Besten. Na 39 jaar Wilton-Fijenoord is hij in 1961 gestorven. Maar hij is de man die onze Harmonie heeft groot gemaakt. Als je vroeger zei „Harmonie Wilton-Fijenoord", zei je „Den Besten". Hij was een enorme kerel". De anderen knikten. „Ja, Den Besten, daar hebben we heel veel aan te danken". Ik keek naar de enige vrouw in het gezelschap, mevrouw Martha Strikkers-Boxhoorn, die tien jaar lang in het archief heeft gewerkt en pas heel kort bij W.F. weg is. Een vrouw en de Harmonie? Zeker wel, want wie alle mensen van de Harmonie bij elkaar telt, komt tot vijf en zeventig en van hen zijn vijf onge trouwde en twee getrouwde vrouwen. Wat me vrouw Strikkers in de Harmonie doet? Ze is niet alleen lid van de jubileum-commissie, maar ze is ook tamboer, zoals ze zelf zegt. Ze drumt in de harmonie, vulde iemand aan. Maar wacht gven, daar was meneer Loopik tegen. „Neen, neen, het tamboer-korps is het, geen drummen", zei de man, die zelf al bijna veertig jaar tamboer is bij de Harmonie Wilton-Fijenoord. Wat is dan het vrouwelijke van tamboer? Er werd hardop geprobeerd: tamboerster? Het klonk ook niet zo geweldig. „Kijk, trommelen klinkt kinder- achtig zei een kenner. „Het blijft tamboer-werk. Een vrouwelijke tamboer is mevrouw Strikkers". En daar was toen iedereen het mee eens. Zeg meneer Boer, begon ik tegen de man die deze maand zeven en twintig jaar penningmeester van de Harmonie Wilton-Fijenoord is, hoe bent u nu met spelen begonnen. En zonder dat ik het toen nog wist had ik precies die vraag gesteld, die me het antwoord zou bezorgen waar ik al een tijd op wachtte: hoe houdt een Harmonie het zolang uit? „Van mijn tiende jaar af heb ik muziek gemaakt", zei de nu 64-jarige meneer Boer, die twee jaar geleden de zilveren medaille van Oranje Nassau kreeg. „Met piston begon ik en zes jaar geleden ben ik overgegaan op trompet. Moeilijk?" Neen, de trompetpartijen gaan juist iets gemakkelijker,' ze kosten net iets minder moeite". Dan maakt u dus al vier en vijftig jaar muziek, meneer Boer? „Ja, dat klopt. Ik ben ermee ver groeid, om u de waarheid te zeggen. Het is een belangrijk deel van mijn leven geworden. Ik zou er niet meer buiten kunnen. Ik houd er gewoon van". „We hebben ook iemand van 77 jaar, die nog steeds trompet bij ons blaast, dat is de heer A. P. Lange- straat vertelde voorzitter Vos. En ineens kwamen er weer andere herinneringen los. „Twee jaar geleden deden we mee, tijdens het Bloemencorso in Rotterdam", wist iemand. „Het was slecht weer en we hadden regenjassen bij ons. Maar op het laatste moment zei dirigent L. Th. Jansen: Mannen, we gaan toch in uniform, de re- Jubileum-bespreking. gen houdt op. Al die jassen bleven dus thuis en we gingen op pad. Maar daar begon het te hozen, niet te geloven. Tot op het hemd kletsnat kwamen we die dag weer thuis, maar veel plezier gehad, dat wel". Ben van de mensen die de Harmonie groot maakte: wijlen de heer D. den Besten (links) drukt de hand van penningmeester L. Boer. „En weet je nog bij Nijmegen", herinnerde zich de secretaris. „Eerst speelde de Amsterdamse politie. Eerlijk, het werd heel wat W.F.-ers wit om de neus, zo geweldig goed speelden die Amsterdammers! Toen kwamen wij. We hebben, mogen we wel zeg gen, alles gegeven wat we hadden en laten we vijf punten meer halen dan de Amsterdamse politie! 3

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1965 | | pagina 5