Voor het bewerken van roestvrijstaal is in de Machinefabriek II een
werkplaats ingericht. Hiervoor werd van hal F een gedeelte afgeschoten.
In de onmiddellijke nabijheid is een beitsinrichting voor de behandeling van
roestvrijstalen constructies gemaakt.
De verouderde toiletten bij de dokken 1 en 2 werden door nieuwe vervangen.
Een deel van deze toiletten is bestemd voor eigen personeel en een deel, met
waslokalen, voor de bemanningen van schepen.
Met de aanleg van de wegen voor de nieuwe hoofdingang aan de Noord-Oost
zijde van de werf is een aanvang gemaakt.
Ter verhoging van de bedrijfsveiligheid werden op vijf grote kranen
stormreminstallaties gemonteerd.
De mechanische constructies van twee 40-tons Washington kranen werden
geheel gerevideerd en verbeterd.
De kraan in de „schone werkplaats" in Machinefabriek II werd omgebouwd.
Het hefvermogen werd hierdoor van 10 op 20 ton gebracht.
Twee 4-tons loopkranen, die in bedrijf waren op de werf Schiedam, werden
geheel overhaald en naar de werf Rotterdam overgebracht. Daar werden zij
geplaatst op de kade resp. in het materiaalpark.
Het electrische vermogen in het onderstation van helling VI moest worden
verzwaard. Hiervoor is een 1000 KVA transformator 5000/380 V geplaatst
en werd de hoogspanningsschakelinrichting vervangen door een type met een
afschakelvermogen van 2000 Mega Volt Ampère.
De koud-kathode buisverlichting in de Tekenkamer Scheepsbouw werd
vervangen door moderne T.L.-buizen van 120 Watt. De verlichtingssterkte is
hierdoor belangrijk verbeterd en bedraagt thans ca. 1000 Lux.
Het onderzoek naar de doelmatigheid van de Magazijndienst, dat eind 1963
was begonnen, is in 1964 beëindigd. De aanbevolen wijzigingen in de
samenvoeging van magazijnen zijn inmiddels voor een deel uitgevoerd en
zullen in 1965 worden voltooid.
Rotterdam
Aansluitend aan de nieuw gebouwde kade werd een damwand-beschoeiing
gemaakt.
19