Termieten bouwen een huis
Ga tot de mieren gij luiaard!
Heb je dat wel eens horen zeggen?
Mieren hebben we allemaal wel eens gezien.
Het is niet eens eenvoudig om een mierenvrij plekje
te vinden in een bos. En wie heeft er nooit eens
een mier op zijn boterham gehad?
De spreekwoordelijke ijver van mieren is beroemd.
Een mierensoort die voornamelijk in de tropen
gevonden wordt is de termiet - witte mier wordt
hij ook wel genoemd.
Over de termieten valt heel wat te vertellen.
Termieten wonen in het donker van hun termieten
heuvels.
In Australië is het land rondom Port Darwin be
dekt met kompas-termietenheuvels die ongeveer
3Vz meter hoog zijn en 3 meter lang en waarvan de
lengte-as naar noord-zuid is gericht.
Waarschijnlijk om te grote zonnehitte te vermijden.
De allergrootste termietenheuvels worden gevon
den in Afrika, in Katanga, Nyassaland, Kenya en
Noord-Rhodesia.
Miljoenen en nog eens miljoenen kleine termieten
hëbben deze reuzebouwsels gemaakt, die een door
snee hebben van ongeveer 10 meter en wel 12 meter
hoog zijn.
Er wordt gezegd dat deze 'heuvels meer dan hon
derden jaren oud zijn, zelfs duizenden jaren, zoals
door sommige onderzoekers beweerd wordt.
Pas na jaren, toen de volken die deze heuvels eens
bewoonden waren gestorven, zijn andere kolonies
gekomen om er opnieuw een termietentehuis van
te maken.
Diep in hun onderaards bedrijf worden kleine
schimmeltuinen aangelegd, bemest, besproeid.
Precies zoals het bij een echte plantage zou ge
beuren, wordt later de oogst binnengehaald. De
opbrengst van die schimmeltuinen is bestemd als
voedsel voor de jonge larven en werkers die eens
hun eigen volk zullen stichten.
In een zo reusachtig huis wonen wel een miljoen
termieten.
Ieder lid van deze geweldige familie heeft zijn
eigen taa'k.
Wanter moet gewerkt worden.
Het begon allemaal met de regen
Toen de termietenkoninginnen zich klaar maakten
voor de bruidsvlucht.
Want dat is alleen mogelijk in de regentijd, als de
grond week genoeg is om er een tunnel in te gra
ven, die het begin zal zijn van een nieuwe termie
tenheuvel.
En de regen komt.
De grond is al zacht en modderig.
Allen wachten op het moment van de bruidsvlucht.
Totdatwie heeft het sein gegeven? er een wolk
van termieten opstijgt.
Duizenden en duizenden maken de vlucht mee.
Daar hebben ze twee jaar op gewacht. Al die tijd
leefden ze in volslagen duisternis, diep in de grond.
De koninginnen hebben het voor het zeggen.
Al na een paar minuten dalen ze weer neer en
stropen hun vleugels af.
Met speciale geluiden lokken ze de mannetjes die
gauw komen aanstormen en ook hun vleueels af
doen.
Als eerste kennismaking maakt het mannetje een
termietenlijn voor zijn koningin.
Nu wandelen ze samen een eindje weg. De konin
gin heeft de leiding. Ze brengt het mannetje naar
een mooi zacht plekje, waar ze samen aan hun nieu
we huis beginnen te graven.
Ze graven ijverig verder totdat er voldoende
ruimte is voor de koningin. Dit is haar cel. Ze
hoeft nu niets anders meer te doen dan eieren te
leggen. Het mannetje bewaakt haar. De koningin
legt ontelbare eieren. Dat moet. Want uit die eieren
moeten straks de larven komen die later als werkers
de termietenheuvel helpen opbouwen.
En dan zijn ook de schimmeltuintjes aan de beurt.
De nieuwe werkers zorgen ook voor de bouwmate
rialen van het huis. Ze maken zelfs steentjes door
zand te vermengen met speeksel.
Ze leggen tunnels aan van honderden meters om
hun voedsel te halen.
Maar hun eigenlijke huis is klaar. Het moet alleen
nog uitgebreid worden.
Het werk is verdeeld
Sommigen hebben tot taak de eieren naar de broed-
kamers te brengen, anderen moeten het voedsel uit
de schimmeltuintjes naar de larven brengen, weer
anderen bewerken de schimmeltuintjes en nog weer
anderen zijn de bouwvakarbeiders van de termieten
gemeenschap.
Eindeloos gaat het door.
Er wordt heel hard gewerkt, daar, in het pikke
donker van de termietenheuvel. Totdat er een
nieuwe regentijd zal komen.
En nieuwe koninginnen een eigen volk zullen
stichten.
Nora Petit
23