BIJ „REPARATIE" GEEN IRUST
Een leek %iet wf
Het kan mis zijn met de bovenkoning
Om in het Schiedamse W.F.-dorp rustig met
iemand van Reparatie te praten, moet je waar
schijnlijk met hem op vakantie gaan. Ik had er
een afspraak, maar werd meteen met koffie in
een stoel gezet en luisterde. Telefoon: „Dus
alleen de as trekken. Wanneer klaar? Dinsdag
of woensdag? Akkoord, die vier en twintig uur
kunnen we goed gebruiken".
Achter een paar bureau's zitten mannen aan één
stuk door dergelijke gesprekken te houden. In
het midden een tafel. Een dikke Brit babbelt er
uitgebreid over de reparatie aan een Engels
schip. Mensen met en zonder W.F. op hun
overall stappen in en uit, wisselen een paar
woorden en maken wat aantekeningen. Het is
net een druk beklante zelfbedieningszaak, alleen
verschijnen de superintendents er niet om een
busje erwten of een pond kaas mee te nemen,
maar om namens hun rederijen stukjes van de
wereldvloot in de vaart te houden.
Dagelijkse kost
Ja, daar komt hij, nadat een ander de plek ach
ter zijn telefoon heeft ingenomen. Hij is de
heer H. L. D. Keetbaas, algemeen bedrijfslei
der Reparatie, 44 jaar oud, geboren in Amster
dam, sinds veertien jaar bij Wilton-Fijenoord,
Zo, dat is meteen het doopceel van de man, aan
wie ik iets ga vragen. (Zie foto).
En de vraag luidt: Meneer Keetbaas, wat ge
beurt hier bij Reparatie?
Hij kijkt me aan met een gezicht van: Of dat
in twee woorden te zeggen is.
„Ik begin ergens middenin", zegt hij. „Elk schip
dient een certificaat van deugdelijkheid te heb
ben om te mogen varen.
Die deugdelijkheid moet echter gehandhaafd
blijven en vandaar dat controlebeurten periodiek
nodig zijn. Eén keer per jaar moet een schip
drooggezet worden in dok en (theoretisch) eens
per vier jaar moet het een grote beurt hebben.
Dan worden alle tanks schoongemaakt, de ke
tels en motoren gaan open voor inwendige in
spectie. Bovendien moeten het roer en de
schroefas periodiek nagekeken worden.
Dit soort dingen zijn voor ons dagelijkse kost".
Warm/o pers
Reparatie, het woord zegt het en de heer
Keetbaas vult aan: „Daarbij komen natuurlijk
de schades. Wij onderscheiden bodemschade,
schade door brand, aanvaring, instromend wa
ter in koelruimten en/of machinekamer(s),
schades aan ketels door droogkoken en bij mo
torschepen lekkende zuigers of cilindervoe
ringen.
De lagers kunnen warmlopen, alle soorten bou
ten kunnen breken, er kunnen scheuren in een
krukas komen. Je hebt ook de roerschades en
er kan bijv. een bovenkoning helemaal ver
draaid zijn."
Jawel meneer Keetbaas, maar wat is de boven
koning? Hij praat in zijn eigen taal die de
mensen van Reparatie wel allemaal verstaan,
maar tenslotte gaat het hier om een „leek die
W.F. ziet", dus ik kan rustig vragen. „Dat is
de zware as die de stuurmachine aan het roer