De Kinderboot HERFST - BOLETENTIJD! Voorbeeld van rïngboleet We hebben al eens eerder kennis gemaakt met de cantharel; thans zullen we een paar paddestoelen met een geheel ander uiterlijk nader bekijken. Het zijn wat men noemt hoedpaddestoelen. Wan neer je de onderkant van de hoed bekijkt zie je een menigte van gaatjes. Laten we beginnen zo'n paddestoel eens door te breken. Wat zie je dan? Dat deze gaatjes uitmondingen van buisjes zijn. Nu de paddestoel toch doorgesneden is, gaan we verder met ons onderzoek. Probeer de buisjes maar eens van het hoedvlees te scheiden. Dat gaat gemakkelijk! Ja, dat is juist het kenmerk van de buisjeszwammen of boleten. Nu gaan we de boleten - hun latijnse naam is bo letus - eens nader bekijken. Ik zal je een handje helpen. De boleten kunnen we voor ons gemak in twee groepen verdelen, en wel een groep met een ring en een groep zonder ring om de steel. Op bijgaande foto's vind je het nog eens duidelijk weergegeven. Eekhoorntjesbrood Op onze tochten gaan we op zoek naar een verte genwoordiger van elke groep - die je gauw genoeg zult vinden. We zullen twee soorten bespreken. Mag ik dan eerst de bruine ringboleet aan jullie voorstellen? Uit de naam blijkt al dat hij een ring bezit en bruin van kleur is. Dit is niet voldoende om hem in het veld te herkennen. Deze boleet moet je in de naaldbossen zoeken. De bovenzijde van de hoed is bruin tot chocoladebruin en veelal zeer slijmig. Nu eens naar de onderkant gekeken! De poriën zijn geel. De paarsbruine ring is veelal tegen de steel aangedrukt. Kijk verder eens uit naar jonge, in de buurt groeiende, exemplaren. Je zult dan het geheim van het ontstaan van de ring ontdekken. Meer vertel ik er niet van. Deze paddestoel is eetbaar. Nu een andere sinjeur, maar dan één zonder ring. Deze flinke knaap - hij kan tot 25 cm breed wor den - kom je in deze tijd in allerlei bossen tegen. Zijn naam is eekhoomtjesbrood. Waarom? Omdat de eekhoorntjes deze boleet graag lusten. Het is een grote, vlezige boleet. De hoed is van boven grijsbruin tot donkerbruin; van onderen is de kleur witachtig tot groengeel. De steel is wat je noemt dik en buikig en vuilwit tot licht grauwbruin. En nu moet je goed kijken of je daarop aan de bo venste helft een witachtige nettekening kunt ont dekken. Is dat zo, dan heb je het eekhoorntjes brood te pakken. Nu nog even een stukje van de hoed proeven. Een notensmaak, nietwaar! Zo heb ben we twee nieuwe soorten - allebei eetbaar - Ieren kennen. Moeilijk? Helemaal niet, als je alles maar goed nagaat! H. KLEIJN 20

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1965 | | pagina 22